Lief



Ik ben de afgelopen maanden ongemerkt treuriger geworden. Ik merkte dat op, doordat ik naar mijn directe omgeving steeds liever ging doen. Compensatiegedrag. Ik ben niet depressief. De triestheid komt voort uit, hoe kan het ook anders, de stand van het land. Of beter, de toestand in de wereld. In hoog tempo krijgen we de ene bak ellende na de andere over ons heen gestort. In mijn vorige column beschreef ik dat al. Kennelijk zoekt de natuur in al dat leeft de balans. Zelfs in mij.

Het was ook nodig dat ik weer eens de wat optimistischer kant van mijn karakter opzocht. De balans was een beetje aan het doorslaan naar ’the dark side.’ Zoals gezegd is dat ongemerkt gegaan. Althans voor mij. De weinigen die nog in de buurt van mijn aura mogen komen was het wel al opgevallen. Veel eerder dan dat ik het opmerkte. Subtiele hints daarover heb ik niet opgevangen, terwijl ik daar doorgaans best gevoelig voor ben.

Gisteravond, toen ik de eerste alinea van deze column had geschreven werd ik daar op iets doordringender wijze op gewezen. Wij kregen bezoek van mijn ex vrouw, die hét wiegje voor mijn aanstaande kleinzoon kwam ophalen. In ditzelfde wiegje had onze dochter (35) gelegen en mijn jongste dochter (6). Een heus familiewiegje dus. Mijn ex en ik zijn altijd beste vrienden gebleven en ze is inmiddels goede vriendin van mijn huidige vrouw geworden. Mijn ex is een geval apart. Ik kan rustig stellen dat zij één van de sterkste vrouwen is die ik ooit in mijn leven heb ontmoet.

Zij heeft zich van alleenstaande moeder met een baantje in een stomerij opgewerkt tot doctorandus in de Psychologie. Ze is een door en door goed mens en bewijst dat al een leven lang. Daar komt bij dat ze bijzonder intelligent is en briljant in het beoordelen van mensen en het geschreven woord. Niet gek dat ik haar regelmatig vraag wat zij van mijn columns vindt. In een notendop komt het erop neer dat ze vindt dat ik goede columns schrijf, maar dat ze me regelmatig een ‘kankeraar’ vindt.

Oei! Die raakte me volop in het gezicht. En ik zag ‘m niet aankomen. Toen mijn huidige vrouw mijn verwarde verbazing opmerkte vormde ze onmiddellijk een gezamenlijk front met mijn ex. In rap tempo wisselden ze argumenten uit met als uitkomst dat ik dat toch eigenlijk zelf ook wel moest zien.

En dat was ook zo, al moest ik dat wel even in de rommelbibliotheek die ik hersens noem, opzoeken. En toen besefte ik ten volle dat ik lief aan het doen was. Ik schoot niet in de verdediging, maar smeekte om toelichting. Normaal gesproken kies ik frontaal voor de aanval in het kader van ‘de aanval is de beste verdediging.’ Nu had ik zelfs die behoefte niet. Ik genoot zelfs van de kritiek. Ik vond het lief. En dat was het ook. De twee belangrijkste vrouwen in mijn leven probeerden me te helpen. En ik liet het toe. Dat moet hen ook goed hebben gedaan.

Toen mijn ex op huis aanging wou ze nog even wat zeggen. In bijzijn van mijn vrouw zei ze: “Menno, je mag trots op jezelf zijn en op hoe je bent. Kijk maar naar de mensen om je heen. Stuk voor stuk houden ze van je.”

En het leven was ineens weer goed.

Menno Voorwinde

Door schade en schande wijs geworden. Eigenwijze donder. Twijfelt aan alles in de wetenschap dat wijsheid begint bij twijfel.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.