Elke dag zo dromen



Morgen is het drie augustus. En ook nog eens maandag. Niet de meest populaire dag van de week. Toch is dat de dag waar ik al weken naar uitkijk. Morgen is namelijk de maandag dat ik naar Wormer ga. Ik mag daar de Masterclass – columns aan de keukentafel door Eva Hoeke gaan beleven. Terwijl ik dit tik gaat er weer een rilling door m’n lijf. Er kan niks meer misgaan. Toch? De factuur is betaald en het huiswerk ingeleverd. Gisteren heb ik, af en aan, nog zoveel mogelijk van Eva’s columns uit het Volkskrant archief gelezen. Jezus, wat zijn het er veel. Bijna wekelijks schrijft ze er één voor die krant. En dat gaat tot ver in 2017 terug. In ieder geval tot mei van dat jaar. Vandaag nog maar wat meer lezen. Het is geen straf. Prachtig, vind ik ze.

Veel van haar columns gaan over gebeurtenissen in haar directe omgeving. Soms is zijzelf de hoofdpersoon, soms een buurvrouw, vriendin, de Dochter, de Man of kat. Altijd heeft Eva iets te vertellen. Meestal iets waar ik me snel mee identificeer. Ze kan dat zó goed, dat je met haar meeloopt en het zich voor je neus voltrekt. Zo beleef je het. Althans ik. Vakmanschap is Meesterschap, werd mij vroeger door een bierbrouwer voorgehouden. Eva is de verpersoonlijking daarvan. Oog voor detail en beschouwend kan ze een situatie in een paar zinnen feilloos opschrijven. Razendknap. Maar goed, voordat ik weer eens verzand in een onvervalste lofrede, back to the point. Morgen mag ik, zo gezegd, naar haar toe. Het voelt zowel spannend als zenuwslopend.

En ’s nachts was hij daar. Een droom. Nee, Dé Droom.

Een bizarre Napoleoneske droom. De grootheidswaanzin uit mijn droom doet me achteraf blozen, telkens als ik er aan denk. Normaal gesproken herinner ik me mijn dromen niet. Soms heel even, maar als ik mijn aandacht erop richt is het weg. Poef, weg droom. Wat ik ook probeer, de droom is weg om nooit meer terug te keren. Deze droom was één van de zeldzame uitzonderingen. (Ziedaar, de functie van het pleonasme. Maar dat terzijde.)

Voordat ik ging slapen heb ik afwisselend Eva zitten lezen en zitten twitteren. Op twitter kwam ik nog een stukje van Nico Dijkshoorn tegen. Die lees ik altijd meteen. Toevallig was hij ook op twitter en retweette mijn positieve reactie. Altijd leuk. Ongeveer hetzelfde gebeurde met Stella Bergsma. Tussendoor had ik nog enkele blogs gelezen van George Bekker. Een talentvol schrijver die een levenswerk (Seizoensgebonden) aan het creëren is en tussendoor in blogs zijn roerige bestaan beschrijft. Ik had van hem die dag een blog gelezen over zijn in de prijzen gevallen blogs op het jaarlijkse Blogbal. En over zijn nooit uitgesproken, maar wel geschreven speech. Kostelijk. Met deze bonte verzameling aan schrijvers en hun verhalen ging ik naar bed.

Die overvloed aan leesvoer deed mij in een heftige droomslaap vervallen. Mijn droomwereld werd een mengelmoes van veel wat ik die dag tot mij had genomen. De hoofdpersonen uit mijn droom heb ik al genoemd. De droom begint met het aanbellen bij Eva’s huis. Een mahoniehouten deur. Mooi gelakt en glimmend. Er wordt niet open gedaan. Paniek. Ik zet mijn laptoptas neer en check mijn telefoon of ik de afspraak wel correct heb opgeslagen. Ik zie mezelf rood aanlopen. Ik draag mijn zwarte hoedje weer eens, waar inmiddels het zweet onder vandaan gutst. Plotseling staat George naast me. Rood-zwart geblokt houthakkers overhemd, lang sliertig grijsblond haar. Hij is kleiner dan ik dacht. En hij lacht. Breeduit. Joviaal ramt hij me op mijn schouders en maant me mee te lopen. We lopen om het huis de tuin in. De schuifpui staat open en de zon verlicht de keukentafel. Dé Keukentafel! Er hangen slingers boven en een rare witte lamp. In de vorm van zo’n oude chinees hoofddeksel. George had ondertussen mijn hoed afgepakt en ik had nu een feestmutsje op. Hij ook. Het elastiek zat strak om onze kinnen.

Grinnikend duwde hij me naar binnen. Rolberoerte. Daar stonden ze! Eva, Marcel, Nico, Stella en George, als ceremoniemeester naast me. Allemaal droegen ze een gek feestmutsje. In de hoek stond een enorme taart in de vorm van een raketijsje. “Dat is de drie-traps-raket!”, riep Eva lachend. Ik probeerde iets te zeggen, maar er kwam niets. “We hebben een verassing voor je”, fluisterde George en maakte een dwingend gebaar naar de anderen. Nico lachte zijn DWDD lach en stapte met een biertje in zijn hand opzij. Marcel en de rest volgden. Marcel lachte breeduit. Dat zag er eng uit. Ik had hem tot nu toe alleen maar zien glimlachen. En dan nog met tegenzin, dacht ik altijd. Mijn hart sloeg over. Eva, het feestmutsje schuin op haar hoofd, kwam langzaam op me aflopen. Ze had een boek in haar handen. Op de achtergrond begon Stella een prachtig liedje te zingen. Ik weet niet meer welke. Ik weet dat ik het in mijn droom nog wel wist. “We volgen je al een tijdje zonder dat je het wist, Menno”, begint Eva. “We zijn het er allemaal over eens dat je uitgegeven moet worden”, vervolgde ze. Ik had het niet meer. Nu ook niet en weer voel ik mijn hoofd ontvlammen. “We zijn zo brutaal geweest om al jouw werk te verzamelen en te bundelen. Volgende week ligt het in de winkel.”

Gejuich en gejubel. Ik werd kleiner dan een pluisjesatoom.

Marcel en Nico bromden een compliment in mijn richting en sloegen me op mijn rug. Eva en Stella stonden verder weg en hieven een glas wijn in mijn richting. Toen werd er gefeest. George week niet van mijn zijde net als de brede glimlach die niet van zijn gezicht te krijgen was. Ik ging stil in een hoekje staan en genoot.

“Papa, mag ik naar beneden gaan?” hoorde ik in de verte. Ik schrok wakker en het duurde even voor ik wist waar ik was. Jezus, wat een droom. Zo ‘echt’ had ik ze in geen jaren gedroomd.

“Ja hoor, lieverd. Wel zachtjes doen. Mama slaapt nog en papa gaat lezen.”

Eigenlijk wil ik weer dromen. Terug naar Wormer.

Menno Voorwinde

Door schade en schande wijs geworden. Eigenwijze donder. Twijfelt aan alles in de wetenschap dat wijsheid begint bij twijfel.

2 gedachten over “Elke dag zo dromen”

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.