Vandaag D-day. Ik krijg te horen of De Kiezel het goed of kwaad met me voorheeft. De voortekenen zijn niet best. Maar je weet maar nooit. Ik ben niet pessimistisch. Als de behandelend arts heeft gezegd dat in negen van de tien gevallen dit soort gezwellen kwaadaardig zijn, dan stemt dat niet hoopvol. Realisme wordt dan een handvat.
Gisteren ben ik na een radiologisch onderzoek en een lymfepunctie naar de KNO afdeling gelopen van ziekenhuis Ter Gooi Blaricum. Door Corona mag er slechts één iemand mee, mits diegene een schrijven kan overleggen van de betreffende afdeling. Mijn vrouw Linda wil perse mee om de veroordeling aan te horen. En de bijbehorende strafmaat. Dr. Reinartz is jury en rechter. Dat is wel zo prettig. Geen gehos van afdeling naar afdeling.
Bij de KNO afdeling is geen wachtrij. Ik ben gelijk aan de beurt. De zuster van dienst herkent me en de brief is geen probleem. Naar huis om te wachten tot we terug mogen. Eén nacht ertussen. Een lange nacht. Linda slaapt als een roos en ik ben om de haverklap wakker. Van de pijn in m’n strot door het gewroet van de lymfepunctie.
’s Morgens staan Linda en ik op het punt van vertrek. Een WhatsApp bericht komt binnen van mijn oudste dochter. Ze is naar het ziekenhuis om haar bevalling in gang te zetten. Drie maal raden welk ziekenhuis. Juist, Ter Gooi Blaricum. Mijn dochter, Natasja, weet niets van De Kiezel. Vlak voor een bevalling lijkt me die extra stress geen positief effect opleveren. Eufemistisch gezegd.
Na controle van de brief en de hygiënische plichtplegingen worden we binnengelaten. Op verdieping 1 zit de KNO afdeling. Recht tegenover Gynaecologie. Natasja ligt precies boven ons. Eén verdieping hoger. Alleen gescheiden door wat beton en een systeemplafond. Terwijl we zitten te wachten krijg ik nog een berichtje van Natasja. De ballon is gezet en ze gaat nu rusten. Afwachten. Updates kunnen we verwachten van haar man Remco.
Op de minuut zijn we op tijd op de afdeling KNO om vervolgens twintig minuten te moeten wachten. Dr. Reinartz komt ons halen. Linda’s mondhoeken hangen op haar knieën. Uiterlijk zien mensen alleen een prachtige vrouw. Ik zie dat in haar de emoties om voorrang vechten. Ik was ook nogal bits tegen haar toen ze me corrigeerde op de anderhalve meter regel. Als ik een politieagent mee wil, ga ik wel alleen.
Bij het gesprek met dr. Reinartz is de onvermijdelijke arts in opleiding aangeschoven. Aan het eind van het gesprek heb ik niet het idee dat ze iets heeft bijgeleerd. Standaard gevalletje doorverwijzen, ben ik. Dr. Reinartz bevestigd het vermoeden dat ze al heeft. Kwaadaardige Kiezel. Uitzaaiing weet ze nog niet. Het verdict van de punctie laat op zich wachten. Ze belooft het in het patiënten portaal te zetten, later vandaag.
De arts beveelt twee ziekenhuizen aan: het VU in Amsterdam of het A. van Leeuwenhoek ziekenhuis, ook in Amsterdam. Ik laat haar kiezen. Ze kiest het VU. Daar kan ik donderdag al terecht op het spreekuur. Haast is geboden. Linda wil graag weten wat de trajecten kunnen zijn met de wetenschap van dit moment. Opereren, chemo en/of bestraling. Ik grap dat ik eigenlijk alle drie wil. Of dat voor dezelfde prijs kan? Tijd om af te ronden. De arts verwijst naar de balie die een de connectie met het VU gaan leggen. De zuster bevestigd dat ik door het VU vandaag nog zal worden benaderd voor een definitieve afspraak.
We lopen het ziekenhuis uit. Ik zeg tegen Linda dat ik nu officieel een kankerlijer ben.
We lachen. Ik voel aan De Kiezel. We zijn stil.
Volgende: Kiezel (6)