Ik heb niet meer zo de pest aan Rechts als dat ik vroeger had. Ik heb nog steeds de pest aan blaaskaken die denken dat luid schreeuwen het beste argument is. Dat zal altijd blijven. Ik maak meer onderscheid. Ik neem als vertrekpunt de redelijkheid. Die slaat niet ergens zomaar af. Waar ik moeite mee heb, op Rechts, is de koude cijfermatige benadering van elk probleem. Er wordt natuurlijk wel rekening gehouden met mensen, maar zij zijn zelden leidend. Rechts vraagt nog steeds (en dat is altijd zo geweest) eerst wat het kost. De pragmatische benadering heeft ook een voordeel. Het schept een zekere afstand. Rechts stelt makkelijker grenzen dan Links. Zet je een witte puntmuts op, dan ben je een racist en hoor je er niet bij. Rechts heeft óók gewoon een vreselijke hekel aan Extreem Rechts. Maar niet alleen in dit voor de hand liggende voorbeeld. Rechts kan heel goed het terrein afbakenen waarin je je politieke overtuiging kan verdedigen. Kom je buiten die grenzen, dan lig je eruit. In het voordeel – het stellen van grenzen – zit meteen ook het nadeel: onvoldoende menselijke benadering als dat écht nodig is. De cijfertjes winnen het altijd.
Rechts wantrouwt van nature alles wat men niet kent én te dichtbij komt. Tenzij er handel mee gedreven kan worden. Komt daar concurrentie aan? Gaan ze iets van me afpakken? En Rechts heeft een diepgewortelde hekel aan alles dat naar Links ruikt. Historisch bepaald. Old school Den Uyl vs Wiegel zit nog steeds in veel politieke koppen. Andersom is het niet veel beter, overigens. Natuurlijk sla ik hier wat zaken over, anders wordt het een boekwerk. Binnen elke politieke partij zit ook weer een links, midden en rechts. Verdeeldheid loopt overal doorheen. Generaliseren moet een beetje, anders wordt het een warboel.
Wat Links maar niet onder de knie krijgt is grenzen stellen. Dat is raar, want overal waar activisme opbloeit moet je extra op je hoede zijn voor extremisme. En activisme is zo’n beetje een linkse uitvinding. Kan ook niet anders, want linkse ideologieën baseren zich meestal op een vorm van groepsdenken. De groep staat centraal en dient gemobiliseerd te worden als het fout gaat. Links heeft een reflex om extreem links te verdedigen. Goed te praten. Gematigd Links laat zich makkelijk omlullen als het argument ter tafel komt dat het doel de middelen heiligt. Dat is niet alleen dom, maar schaadt een zuivere identiteit. Al gauw zit je dan in een neerwaartse spiraal waar je alleen nog maar gekrenkt van je af kan slaan. Je deelt daarmee ook nog eens de wapens uit aan de natuurlijke opponent. Rechts. Uiteraard maken zij daar dankbaar gebruik van. Het maakt Links kwetsbaar en het zorgt ervoor dat er alleen nog maar naar binnen wordt gekeken. Zelfreflectie is geen groot goed bij Links.
Ik snap wel dat Links zich naar binnen keert. Links voelt zich altijd door alles buiten Links aangevallen. Dat heeft Links toch echt aan zichzelf te danken. Je móét stelling tegen geestverwanten durven nemen als zij over de schreef gaan. Extremisme in geen enkele vorm mag goed worden gepraat. Minder zorgen maak ik me over het wantrouwen tussen Links en Rechts. Je hoeft de aard van het beestje niet te veranderen. Wel moeten zowel Links als Rechts elkaar met open vizier tegemoet durven treden. Nadat ze zelf aan verruiming van hun blikveld hebben gedaan. En de bijbehorende conclusies hebben getrokken. Als je het lef hebt om jezelf aan te passen, zie je de wereld van je tegenstander ook anders. Beter, denk ik. Rechts niet in een verkramping schieten als er wat mensen gered moeten worden en links ferm afstand nemen van de randdebielen die geweld plegen bij protesten ‘in naam van…’ Ik weet dat er nog veel meer zaken zijn waar op zowel Links als Rechts naar gekeken zou moeten worden. Ik snij hier aan wat volgens mij de kern raakt. Daar moet je beginnen.
Van mij hoeven Links en Rechts niet bij elkaar op schoot te kruipen. Die portie heb ik met de kabinetten Kok wel gehad.
Wat meer begrip is niet teveel gevraagd. Wie weet wat er dan kan gebeuren…
Steun mijn stukkies!
vadertje.backme.org