
De ochtend begint kalm. Ik heb om 11.00 een afspraak op de MDL afdeling om een PEG sonde te plaatsen. Een maagsonde. Vrouw Linda en dochtertje Fleur hebben hun ochtendritueel er al opzitten, als ik om 9.00 uur beneden ben. Fleur is naar school en Linda zit drukte te maken in de verzekeringswereld. Ik neem mijn medicatie en ga even bij Linda zitten. Werkgerelateerd ongenoegen wordt over me uitgestort. Ik krijg er nauwelijks iets van mee. Ik zoek mijn spullen bij elkaar voor een dag en nacht in het AUMC.
Sloffen, mondkapje, tandpasta en -borstel, onderbroek, sokken, pasjes. En natuurlijk mijn telefoon en een door Fleur versleten mini-laptopje. Daar zit ik nu op te typen. Alles voor het dagelijkse stukje. De spulletjes zitten in een ouwe Nike rugtas en ik ga douchen. Al bellend rent Linda naar boven en steekt een geel memobriefje door de kier van de deur. Met de shampoo in mijn haar pak ik briefje aan. Door de shampoo, die nu ook mijn ogen heeft bereikt, lees ik het briefje.
Het ziekenhuis heeft gebeld. We moeten NU weg.
Vloekend spoel en droog ik me af. Snel aankleden. Struikelend naar beneden. Linda legt uit dat we om 9.00 uur al in het ziekenhuis hadden moeten zijn. Vooropname. De afspraak was maandag in alle haast gemaakt. Over de telefoon. In geen enkele agenda terug te vinden. Ook niet in die van het AUMC. Linda zweert dat de receptioniste dat niet heeft verteld. Linda hoeft niet te zweren. Ik geloof haar blindelings. En niet alleen omdat ze een irritant fotografisch geheugen heeft.
Hopende dat we alles bij ons hebben springen we de auto in. Geen parkeerplaats voorhanden bij het AUMC. Linda wijst erop dat dat altijd zo is, als je haast hebt. Ik haal mijn schouders op. Het zal wel. Uiteindelijk zijn we precies om 11.00 uur op afdeling C1. Een uur later lig ik in de O.K. Uiteraard heb ik een co-assistente die mij net iets te zenuwachtig zelfverzekerd doet. Gelukkig komt er nog een arts bij. En een echo-specialist. Hij maakt een rotstekening op mijn buik. Nog wat gedoe over de tijd die tussen het glas water met medicatie die ik ’s ochtends heb genomen en de tijd dat er geprikt moet gaan worden in mijn buik. Dat moet 4 uur zijn. Inmiddels is het dat bijna. So what’s the fuzz?
Het roesje dat ik krijg toegediend is veel te weinig, waardoor ik alles meekrijg. Gebit-bit, endoslang en de pijnlijke prik door buikwand, -spier en maagwand. Rochelend, kokhalzend en hoestend bereik ik de finish. Bij kennis is dit een té lange ervaring. Ik mag eindelijk ongestoord slapen.
Van te voren heb ik mijn trouw- en zegelring aan vrouw Linda meegegeven. Die mogen niet de OK in. Terwijl ik uitslaap droom ik van Fleur. Ik heb haar niet gedag gezegd, vanochtend. Blijkbaar zit me dat dwars. Even later belt Fleur me in tranen op. Haar snikken gaan door merg en been. Ze mist me heel erg, snikt ze.
Ze heeft mijn ringen thuis op het kastje zien liggen.




Steunen?
vadertje.backme.org