Op twitter volg ik enkele mensen die weinig twitteren en al helemaal niet met mij. Ik volg ze omdat ik het leuke mensen vind. Eén van die mensen is Georgina Verbaan. Zolang ik haar ‘ken’ heb ik een zwak voor haar. Dat heb je soms met mensen. Het tegenovergestelde gebeurt ook weleens. Allemaal op gevoel. Zit geen ratio achter. Gisteren hebben we plotseling een paar tweets uitgewisseld. Gebeurde spontaan. Het was ook vrij snel weer over. In de tussentijd hebben we wat getweet over onze katten. Ik heb vier katten en van de laatste aanwinst had ik een fotootje gestuurd. Georgina vond dat erg leuk. En, heel kleinburgerlijk, dat vond ik dan weer leuk. Na het korte tweetgesprekje mijmerde ik nog wat door over mijn rol in het leven van onze katten. De conclusie is niet schokkend. Ik ben thuis het kattenmannetje.
Regelmatig zitten er minimaal 2 katten tegelijkertijd op mijn schoot en of schouder. Als vrouw Linda zich richting keuken begeeft, heeft dat zelden een optocht tot gevolg. Als ik daarentegen me richting keuken begeef is het plotseling een drukte van belang. Veel meer krijgen ze niet van mij dan van vrouw Linda. Hooguit wat extra catmilk. Ook als ik langere tijd weg ben geweest, verandert dat niet. Het bewijs hiervoor is onlangs geleverd toen ik twee weken in het ziekenhuis had gelegen. Bij thuiskomst was binnen één dag de ‘kattenroutine’ weer als vanouds. Menno het kattenmannetje.
Ik vind het prima. Ik ben dol op mijn katten en beschouw het als een eretitel. Sowieso ben ik dol op dieren. Sinds ik overtuigd ben dat ik zonder ze op te eten, zelf ook gezond kan leven, leef ik als een vegetariër. Al tijden hou ik mezelf een eenvoudig motto voor: kinderen en dieren zijn per definitie onschuldig en dienen daarom te worden beschermd. Simpel, maar to the point, mijns inziens. Kinder- en dierenleed kan tot enorme woede bij mij leiden. Uit mijn jeugd kan ik me een incident herinneren. Ik was een jaar of 12. Ik fietste langs een sloot ergens in Naarden Vesting. Drie oudere en grotere jongens zaten met een emmer langs de sloot. Ik was nieuwsgierig en ging daarom kijken wat zij aan het doen waren. Ze hadden kikkers gevangen en waren die met een rietje aan het opblazen. Tot ze uit elkaar knalden.
Het volgende moment dat ik me kan herinneren is dat de drie jongens, hun emmer en hun fietsen in de sloot lagen. Ik had dat gedaan, al heb ik geen idee hoe. De eerste keer in mijn leven dat ik een waas voor mijn ogen kreeg. Tot de dag van vandaag heb ik er geen spijt van. Integendeel. Het opzettelijk toebrengen van pijn aan onschuldigen brengt kennelijk de grootst mogelijke woede bij mij teweeg. Onverteerbaar onrecht.
Om mijn status van kattenmannetje (dierenmanneke mag ook) kracht bij te zetten zal ik mijn gevolg even aan u voorstellen:
Midas, schobbejak, is opgehaald als kater, bleek vrouwtje.