Het was vroeg vanochtend. Broer Henk komt mij ophalen voor een dubbele afspraak in het AUMC. Om half negen de mondhygiëniste en om tien voor half tien bestraling nummer acht. Hierna nog vijfentwintig. Henk is, zoals gewoonlijk, te vroeg terwijl hij zei dat hij zich verslapen had. Henk komt nooit te laat. Als Henk te laat is, blijft hij zichzelf minimaal een maand kastijden. Ik vind het ook vreselijk om te laat te zijn, maar zet me daar makkelijker overheen. Shit happens. Maar goed, ik was nog druk met mijn ochtendhoest onder controle te krijgen en de bloedkorsten uit mijn ademsanus te trekken. Koffie voor Henk. Op tijd reden we richting Amsterdam. Het was nog donker en ik had, zoals gewoonlijk, weinig geslapen. Iets meer dan vier uur. Het slaaptekort begint chronisch te worden en heeft zijn weerslag op mijn gemoedstoestand.
Ik word niet emotioneler of iets dergelijks, integendeel. Er komt een soort van emotionele desinteresse over me heen. Ik herken het gelukkig. Het is een verdovingsschild om met de vermoeidheid om te kunnen gaan zonder in te storten. Verder geen big deal. Een paar keer flink slapen en het is weer normaal. Tenzij de bestralingsvermoeidheid erbij komt. Maar dat zien we dan wel weer. Wel vervelend dat ik uitgerekend vandaag zo moe ben. Mijn oudste dochter komt de hele dag op bezoek met Pim. Noodgedwongen weliswaar, maar desalniettemin geen straf voor geen van ons. Verhuizers zijn bezig haar huisraad te verhuizen. Geen plek om met Pim rond te lopen.
Henk en ik vermaken ons, zoals gewoonlijk, prima in het ziekenhuis. We maken grapjes en genieten van het samenzijn. De kleine dingen. Relaxed komen we thuis. De bestraling is zonder problemen verlopen en de mondhygiëniste was ook tevreden. Dat betekent de kortst mogelijke bezoekjes en dat maakt mij dan weer gelukkig. Eenmaal thuis is vrouw Linda vertrokken naar haar paard. Dochtertje Fleur is gedropt bij een vriendinnetje en mijn oudste dochter is nog even een boodschapje doen bij een supermarkt die ooit beloofde op de kleintjes te zullen letten, maar nooit heeft gedaan. Terwijl ik met Henk aan de koffie zit komt mijn altijd vrolijke dochter Natasja en een ietwat uit z’n hum zijnde kleinzoon Pim aanzetten. Broer Henk vertrekt na de koffie en ik ontferm me zoveel als ik kan over Pim. Regelmatig krijg ik hem aan het lachen en vergeet ik instant mijn eigen ellende.
Pas uren later geeft mijn lichaam het op. Ik val eventjes in slaap. Daarna trek ik het nog tot vrouw Linda en dochtertje Fleur terugkomen. Ik kan niet anders dan naar bed en kus mijn kleinzoon en oudste dochter. Ik zink weg in een diepe, droomloze slaap.
Ik heb een fijne dag gehad.