Nog 8 bestralingen. Anderhalve week. Ik zie op tegen het volgende weekend. En de periode na de bestralingen. Niet tegen de behandelingen zelf. De weekends zijn pauzes waarin de schade die de voorafgaande week is aangericht zich manifesteert. De kleine fysieke irritaties worden in het weekend serieuze pijnverschijnselen. Vooral het afgelopen weekend en het huidige weekend zijn de verschijnselen irritant aanwezig. Er is de toenemende vermoeidheid. Niet heel erg, maar dat moet niet veel erger worden want dan ben ik alleen nog maar aan het slapen. Mijn borstspier die een nieuwe verblijfsplaats in mijn keel heeft gevonden, begint een eigen leven te leiden. Hij zet zich regelmatig op, waardoor ik op een brulkikker lijk. Flink rood/paars slaat hij uit. De huid begint te schilferen en het haar is daar uitgevallen. Links en rechts van waar ooit mijn adamsappel zat, worden regelmatig breinaalden recht omhoog mijn keel ingeramd. Soms zo heftig dat ik spontaan een sprongetje maak.
Slikken gaat nog steeds, maar o wee als ik te gulzig ben en te grote happen wil doorslikken. Dan verwordt de hap eten tot een moordlustige dolk die wild om zich heen steekt in mijn hals. Ik loop dan rood aan en probeer hem met water zo snel mogelijk naar beneden te werken. Meestal ten koste van een gloeiend rooie kop en betraande ogen. Mijn luchtpijp kan ik alleen nog open houden door permanent mijn tube in te houden. Anders vermoord m’n eigen borstspier me. Hij heeft de neiging over mijn luchtgang heen te zakken. Al deze ongemakken vallen in het niet bij mijn echte Nemesis. De Hoest.
Allejezus, wat heb ik daar pas écht last van. Dag en nacht gaat het door. Elke keer als ik durf te denken dat het de goeie kant opgaat wordt het genadeloos afgestraft. De luchtpijp is schoon. De longen zijn schoon. En toch die hoest. Gek word ik ervan. Maar goed. Ik hou mezelf voor dat dit alles te maken heeft met het stoppen met roken, nu 2 maanden geleden. Bij 3 maanden moet het allemaal beter gaan, heb ik me laten wijsmaken. Ik hou mezelf graag voor de gek in dezen. Lichtjes in de horizon. We hebben ze allemaal nodig.
Waar ik zin in heb is de logopediste. Niet haarzelf, uiteraard, maar haar lessen. Ik ben het zat om mezelf niet verbaal meer te kunnen uitdrukken. Ik word er kleiner van. De ongehoorde minderheid. Daar komt bij dat ik nu bijna helemaal doof ben. Mijn linkeroor doet het nog een beetje. Dat komt goed, maar dan moet wel de bestraling afgerond zijn. Ik moet er niet aan denken dat ik nog even volledig doof wordt, de aankomende anderhalve week. Net zoals ik er niet aan moet denken om vlak voor de finishlijn nog aan de sondevoeding te moeten geloven.
Ik ga ervan uit dat het niet nodig zal zijn. Positief blijven is, hoe cliché het ook klinkt, van levensbelang. Over anderhalve week begint het herstel. Dan is mijn levensverwachting van 0 naar 50% gegaan. Over een periode van 5 jaar.
Lang leve het leven.
Lees ook: Lieverdjes en steun als je kunt!