Half acht vanochtend was mijn broer Henk bij me. Half negen moeten we in het ziekenhuis zijn. Er staat een afspraak in de agenda op de afdeling MDL. Geen idee waarom. Het enige dat ik kan verzinnen is een controle voor de pas vervangen PEG Sonde. Echt erg is het ook niet omdat ik voor de dertigste bestraling om 8:55 een afspraak heb. Zoals gewoonlijk is het belachelijk druk op de weg. Alsof er geen pandemie is. Geen thuiswerkadvies. Broer Henk en ik zien het zuchtend aan. We worden er niet meer boos om. We zijn ook niet meer verbaasd. Stupiditeit went ook. Tot op zekere hoogte. Later op de dag begrijp ik van een nieuwsprogramma dat al die mensen die nu onderweg zijn normaal gesproken thuiswerken, maar uitgerekend nu ‘een afspraak hebben waar ze niet onderuit kunnen’. Het zijn er een heleboel, aan het verkeer te zien. “Corona vindt dit niet erg,” denk ik onwillekeurig.
In het ziekenhuis op de afdeling MDL blijkt dat de afspraak niet bestaat. Die is vervallen met het zetten van een nieuwe PEG sonde. Broer Henk en ik kunnen het ons vaag herinneren. Ik ben vergeten de afspraak te wissen uit mijn agenda. Stom. Met zoveel afspraken MOET je wijzigingen onmiddellijk in agenda’s aanpassen. Anders gaat het fout. Zoals eerder gezegd, geen ramp. De volgende afspraak is over een kwartiertje al. Bestraling nr. 30. De effecten zijn vrijwel onmiddellijk merkbaar in deze fase. Vermoeidheid is constant en komt niet meer in vlagen. Slaapjes is slaap geworden. Mijn gebit laat regelmatig zijn ongenoegen blijken met overgevoeligheid en klodders droog slijm. Eetlust verminderd dagelijks. Toch blijf ik wonderwel op gewicht. Proteïne drankjes. Die gaan er wel goed in. Schilfers, zwellingen, jeuk, hoest, pijntje hier, pijntje daar. Het is allemaal aanwezig.
Nog 3 en dan nog even doorbijten. En dan wordt het allemaal beter. Woensdag aanstaande de laatste. Ik ben er aan toe. Mijn lichaam zegt dat het genoeg is. Het moet bijkomen zodat ik weer verder kan. Ik kijk uit naar een lichaam met voldoende energie om te leren praten. Ik mis praten. Ik mis grapjes maken. Ik maak ze nog wel, maar de reacties zijn niet hetzelfde meer. Hè? Wat? is toch anders dan Haha. Ik mis praten met mijn vrouw, mijn broer, mijn dochters. Ik mis zelfs het hardop praten als ik alleen ben. Tegen mezelf of tegen de katten. Soms ook tegen apparaten.
Ik mis een hoop. Maar ik heb ook nog een hoop. Ik leef nog. Mijn geliefden leven nog. Huize Korenbloem is corona-vrij gebleven. Tot nu toe. Ik schrijf nog. Met weinig gedwongen onderbrekingen. Ik heb voor mijn strijd tegen kanker al 14 medestanders gevonden. Donateurs die mee willen werken aan wat ik beschrijf in Lieverdjes Nog te weinig maar het is een hoopvol begin. Ik weet uit eigen ervaring wat een slopende ziekte dit is. Zelfs het mogelijke herstel is slopend. Net iets minder slopend dan de ziekte zelf. En het raakt zo ontzettend veel mensen. En alleen met iets ordinairs als geld is het uiteindelijk uit te roeien. Samen met de mensen die wereldwijd met volledige toewijding onderzoek doen.
Voor mij een extra motivatie om door te blijven schrijven en een beroep op een ieder te doen mij en de bestrijders van kanker te helpen.
Samen met jullie, hoop ik.