Vandaag werd ik zo genoemd. Brombeer. Niet als belediging, maar als tedere constatering. Het paste perfect in de context van het bericht dat ik in mijn mailbox kreeg. Ik was ook geen moment beledigd. Integendeel. Ik beschouw ‘Brombeer’ als een geuzennaam. Een eretitel. Ik moest het wel eerst even op me laten inwerken. Het is het verschil tussen hoe mensen mij zien en ik mezelf zie. Dat komt zelden overeen. Vermoed ik. Logisch ook. Er zit er natuurlijk maar één in mijn hoofd en dat ben ik zelf. Dat sommigen mij als brombeer zien komt door de stukjes die ik schrijf. Dat kan niet anders. Zijn mijn stukjes zo zuur? Ik weet het niet. Ik zie ze zelf niet zo.
Ik lees mezelf zelden terug. Vanwege de nieuw verworven titel ‘Brombeer’, ben ik toch maar even in mijn stukjes verleden gedoken. Ik moet zeggen dat het me alles meeviel. Hoewel het klaaggehalte wel groter wordt naarmate de pandemie blijft voortschrijden. De verhouding humor-relativering-klaagzang verschuift. Weliswaar geleidelijk, maar onmiskenbaar. Het kan niet anders. Zelden is het leven de afgelopen maanden er vrolijker op geworden. De zwarte deken van niet aflatend onheil hangt nog steeds boven ons aller hoofden. Als daar al humor in zit, is-ie snel uitgeput. Tel daar het, voor mij, schokkende gedrag van de menigte tijdens het afgelopen jaar bij op, dan hou je al snel een langgerekte klaagzang over. En dat blijk ik best goed in kaart te kunnen brengen. Daarbij vergeet ik de laatste tijd nogal eens de humor in de klacht te zien. En die is er altijd.
Gelukkig zie ik ook de boter op mijn eigen hoofd. Regelmatig betrap ik me op gemopper op zaken waar ik mezelf schuldig aan heb gemaakt. Gelukkig maar want daar vind ik meteen de rechtvaardiging in. Ik vind dat ik nog lang niet op het niveau ben dat er alleen nog maar azijn uit mijn pen komt, maar ik moet wel uit gaan kijken. Brombeer kan ook Zeikstraal worden. En dat is een beduidend minder aantrekkelijke titel. Die hoef ik niet. Ik heb ook zelden de intentie om eens lekker te gaan zitten klagen. Als ik gedrag van de meute en daaraan verbonden consequenties weer eens goed heb ingeschat, is het meestal een machteloze verzuchting die ik neerschrijf. Je zou het klagen kunnen noemen. Het is een irritatie en niet te negeren jeuk. Daar moet ik aan krabben. Maar jeuk is ook leuk. Als je bereidt bent te zoeken.
In mijn top 3 columnisten, staan 2 bromberen. Bromberen hebben voor mij de ultieme vorm van humor. Ongemakkelijk, confronterend en lachwekkend tegelijk. Dat zijn de minimum eisen voor de titel Brombeer. Anders ben je gewoon een zeurpiet.
Het leven is tragikomisch. En ik een Brombeer.
Houwen zo.
Help deze brombeer en lees Lieverdjes
Een brombeer met humor, kan toch? En een beer zonder brom is geen echte brombeer, als die brom weg is moet je dat bromding uit zijn buik halen en repareren anders kan hij niet meer brommen………blijf brommen lieve, dappere Menno, je bent voor mij een voorbeeld, maar ik kan niet brommen, ben geen echte👊 🧡🧡