Voor sommigen is het nooit genoeg. Houdt het nooit op. Zij hebben constant aandacht nodig. Zonder aandacht, liefst verering, voelen zij zich niet compleet. Verloren. Begrijp me goed. Ik gun ieder zijn geluk. Zelfs diegene waarvan mijn nekharen overeind gaan staan. Maar niet als ze een potentieel gevaar vormen voor mij, mijn gezin of de samenleving als geheel. Het probleem met dit soort mensen is niet hun aandachtsgeilheid, maar wel de nietsontziende weg daar naar toe. Hoe worden mensen zo? Gedeeltelijk zal het genetisch bepaald zijn. De omgeving zal het triggeren. Ik kan me voorstellen dat het ongeveer als volgt in z’n werk gaat.
Als jonge jongen voel je je al een beetje een buitenbeentje. Je voelt je beter dan je klasgenootjes. Je merkt dat ze graag naar je luisteren. En, nog beter, doen wat je zegt. Luisteren naar hun doe je niet. Je bent ervan overtuigd dat je omgeving niet zo slim is als jij. Je gaat studeren. Het gaat je makkelijk af, maar het is niet wat je zoekt. Er blijft iets jeuken. Uiteindelijk richt je een clubje op. Dat is al beter. Je staat weer in het middelpunt van de belangstelling. Het gaat je goed af om mensen te vertellen wat ze moeten doen. En hoe ze het moeten doen. De leden van je clubje slikken alles wat je zegt voor zoete koek. Maar het is niet genoeg. Het zijn er te weinig. Je wilt groter. Meer aandacht. Camera’s.
Een missie. Dát heb je nodig.
En toen was daar ineens corona. Halleluja! Een geschenk uit de hemel. Nu ja, niet corona zelf natuurlijk, maar alle maatregelen die daarmee samenhangen. Daar kun je wel wat mee. Dat moet wel in strijd zijn met onze fundamentele grondrechten. Voilà, een missie. De strijd tegen het kabinet en haar ondemocratische regelgeving. Van harte werd gegrepen naar het principe van burgerlijke ongehoorzaamheid. Anderhalve meter, mondkapjes, aantal bezoekers, winkelsluitingen, noem maar op. Aandacht gegarandeerd. Je bent in alle staten. Zoveel aandacht. Bijna een permanente erectie. Demonstreren en camera’s op je gericht. Je brede lach groeit mee met het aantal camera’s. Toespraakje hier, interviewtje daar. Hoppa. Aandacht.
Maar ja, aan alles komt een eind. Het was allemaal een beetje aan het inzakken en je werd weer wat triester. Je omschreef dat als het ‘verlies van vertrouwen in de rechtsstaat.’ Het was natuurlijk gewoon gebrek aan aandacht voor jouw persoontje. Vanavond was daar weer die gelukzalige lach. Je vertrouwen in de rechtsstaat was, naar eigen zeggen, weer enigszins hersteld. Lees: je kreeg weer aandacht. De rechtbank had je, geheel tegen je eigen verwachting in, gelijk gegeven in de door jou aangespannen rechtszaak om de avondklok op te heffen. Vrolijk verkondigde je voor de camera dat om 9 uur vanavond overal in Nederland de pleinen zouden volstromen met hossende mensen die nog even het staartje van carnaval mee konden pakken. Even later werd die overwinning je tijdelijk ontnomen omdat de rechter, op verzoek van het kabinet, besloot de avondklok te handhaven tot het hoger beroep dient.
Vanavond zit je bij Op1. Helaas heeft de door jou veroorzaakte verwarring bij het volk ervoor gezorgd dat handhavers mild zullen omgaan met het schenden van de avondklok vanavond.
Ik had je een boete van hier tot Tokyo gegund.
Lees ook Lieverdjes en steun mij en de kankerbestrijding