Vanuit het slaapkamerraam keek ik naar beneden. Het was dochtertje Fleur (6) voor de derde keer niet gelukt om een stukje schors terug te ‘plakken’ aan de boom. Vanuit mijn ooghoek zag ik iets bewegen op de stoep bij de auto van vrouw Linda. De klimopheg ontnam me een goed zicht. “Het zal wel”, dacht ik. Stelen kunnen ze hem toch niet. De benzinepomp die de toevoer van benzine naar de motor aandrijft is kapot. Het ochtend-inhaal-slaapje had me goed gedaan. Nu nog even een douche dan was ik ook voor mijn omgeving weer om aan te zien. Behalve het hygiënische aspect, is douchen ook van belang om mijn longen te bevochtigen. Normaal gesproken een taakje van de neus, maar die verbinding bestaat bij mij niet meer.
Beneden trof ik mijn schoonmoeder. Buiten waren vrouw Linda en schoonvader de benzinepomp van de auto van vrouw Linda aan het omwisselen. De waargenomen bewegingen vanuit het slaapkamerraam waren hierbij verklaard. Prettig. Dankzij mijn spreekknop kon ik enkele zinnen wisselen met mijn schoonmoeder. Ook zij herkende mijn stem tussen de robotklanken door. Even later bevestigde schoonpapa dat. Als iedereen dat heeft dan is dat een meevaller die ik niet had verwacht. Ik vind het een prettig idee dat er nog iets van mezelf in mijn keel is blijven hangen. Herkenbaar voor anderen. Ik heb wat korte gesprekjes met schoonmama over dagelijkse zaken. Tot twee keer toe mag ik haar van koffie voorzien. Het is een soort van kneuterige gezelligheid die zo lang is weggeweest dat het nu bijna nieuw lijkt. Dochtertje Fleur vindt alles best. Zij dartelt overal vrolijk doorheen. Bamboestok in de aanslag.
Nadat schoonpapa en vrouw Linda een rondje hebben gereden in de gerepareerde Opel Corsa, model stenen tijdperk, vertrekken mijn schoonouders. Er zijn nog taakjes te verrichten. Even later komt dochter Natasja met kleinzoon Pim (0) langs. Dochter Natasja, iets snotterig, dus getest (negatief), houdt de nodige afstand. Ik knuffel mijn kleinzoon zo veel als mogelijk. Hij lacht me continue toe. Het zorgt voor euforische blijdschap, die ik lekker voor mezelf hou. Al met al een fijne dag.
Hoe anders dan vandaag.
Dochtertje Fleur meldde zich vanochtend om kwart voor zes beneden. Ze was verkouden en had honger. Ondertussen loopt half Nederland te snotteren, dus ik was niet gealarmeerd. Afgelopen week heb ik heel wat snotterende kinderen voorbij zien komen. Bovendien had Fleurtje honger. Goed teken. Een rijstwafel, 2 koekjes, 2 crackers met smeerkaas gingen er in sneltreinvaart in. Af en aan dommelde ik weg op de bank. Verlangend naar het bed op de slaapkamer. Half 10 kreeg ik de kans. Vrouw Linda was beneden en ik ging naar boven. Om een uur of één werd ik wakker gemaakt door vrouw Linda. Ze droeg een mondkapje. Ik keek haar verbaasd aan. “Fleur en ik hebben koorts en keelpijn. Om kwart voor twee word ik getest.” Dat moest ik even verwerken. Ik ging rechtop zitten. “Thermometer”, fluisterde ik. Ik bleek geen koorts te hebben.
Vrouw Linda en Fleur zitten nu in Putten. In een huisje van onze beste vriendin. Hopelijk krijgt vrouw Linda morgen de uitslag. Ik weet zeker dat ze geen covid-19 heeft. Daar is ze veel te manisch voorzichtig voor. Een bevestiging is nodig. Ook voor de school van Fleur, waar ze morgen natuurlijk niet naar toe kan. Allebei willen ze me niet alleen laten. Maar het moet.
Wat een kutdag.
Disclaimer: Gratis lezen mag, doneren komt je te staan op eeuwige dank!