Vlammetjes

Zou in iedereen een pyromaantje schuilen? Ik vermoed van wel. Niet zo erg als de doorgedraaide pyromaan die, om aan z’n ultieme genot te komen, huizen en dergelijke in de fik móét steken. Nee, gewoon het pyromaantje in de embryovorm die het leuk vindt om een vuurtje te stoken. Een kampvuur, haardvuur, korfvuur of tuinhaardvuur. Ooit heb ik zo’n gietijzeren tuinhaard cadeau gekregen. Ik vind ‘m niet alleen mooi, ik vind het ook leuk om daar een vuurtje in te maken. Ik doe dat zelden. Dat maakt me meteen tot een prutspyromaan van niks. Maar als ik het doe, kan ik daar zomaar een middag zoet mee zijn. Vandaag was weer zo’n dag. Vlammetjesdag.

Ik had ondertussen zoveel hout verzameld dat het min of meer noodzaak was iets te gaan verbranden. De groene kliko zat al vol met klimop en bamboeresten, dus weggooien kon sowieso niet meer. Héél erg, natuurlijk. Nee, er zat niets anders op dan de fik erin te steken. Gecontroleerd, dat dan weer wel. Emmertje water ernaast en de tuinslang op grijpafstand.

In de loop der tijd heb ik allerlei hout verzameld. Afgezaagde takken van de Japanse bloesemboom die als ukkie begonnen is in de tuin ten tijde van de vorige bewoner en nu bijna tot aan de dakpunt reikt. Pallethout. Hout van een ouwe zandbak. De kapotte houten omlijsting van een oude spiegel en heel veel oude bamboehalmen. Sommige planken waren al aan het vermolmen. Hoogste tijd voor een bescheiden vreugdevuur.

Als voorbereiding moest ik de loodzware, gietijzeren tuinhaard (met schoorsteen) verplaatsen. Hij stond iets te dicht bij de bamboeschutting. Ondanks een losschietende poot – hij heeft er drie – is dat gelukt. Ik hoop dat niemand het heeft gezien. Anders zou er nu ergens een hilarisch filmpje van mij en de kachel op internet staan. Enfin, het is gelukt en de haard zat vol met hout. Spiritus erbij om het eerste zetje te geven. Nu nog een vuurtje. Kut. Dat heb ik dus niet meer. Sinds ik in november (noodgedwongen) met roken ben gestopt heb ik geen vuur meer op zak. Mijn Zippo’s zijn leeg en navulling heb ik ook niet meer.

Godsamme.

Het halve huis afgezocht en een wegwerpaansteker gevonden. Zo goed als leeg, maar nog één vlammetje in zich dragend. Net genoeg om de spiritus op het hout te laten ontbranden. Gelukkig nam de rook snel af want de eerste verbranding leverde voldoende rookontwikkeling op om een telefoontje naar de brandweer te rechtvaardigen. Niemand gezien. Gelukkig.

De rest van de middag heb ik starend in de vlammen een rondreis door mijn hoofd gemaakt. Ik ben hortend en stotend, vrij associërend langs de mijlpalen in mijn leven gevlogen. Op de vleugels van de vlammen. Honderden ideeën zijn bij me opgekomen en weer opgebrand. Het gaf helemaal niks. Het was heerlijk. Voor het eerst in lange tijd had ik even vrede met de rest van de wereld.

Lang leve de vlammetjes.

 

Disclaimer: gratis lezen mag, doneren zet me in vuur en vlam en kan via:
vadertje.backme.org

Menno Voorwinde

Door schade en schande wijs geworden. Eigenwijze donder. Twijfelt aan alles in de wetenschap dat wijsheid begint bij twijfel.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.