In tijden dat alles buitensporige proporties lijkt aan te nemen, zijn het vaak de alledaagse dingen die ervoor zorgen dat je je verstand niet verliest. Vandaag waren het eendjes. En een wandeling met mijn jongste dochter Fleurtje (6) naar de eendjesvijver. Dat kon gewoon. Terwijl Baudet een FvD-munt en -scholen wil. Terwijl je moet speedzappen om géén songfestival tegen te komen. Terwijl Matthijs tegenwoordig vrouwen van 50 jaar interviewt, alleen maar omdat ze vijftig zijn geworden. Terwijl een roodbaardige bierbuik met kroon zijn vrouw een grootkruis-medaille omhangt. Terwijl Rutte 4 onderweg is en alleen Lillian Marijnissen nog haar woord houdt. Terwijl mensen elkaar hier in de haren vliegen om wie nu wie mag vermoorden in het Midden Oosten. Terwijl dat allemaal groter en groter aan het worden is, ging ik lekker met Fleurtje naar de eendjes.
Deze week heb ik een herstart gemaakt met het ochtendritueel. Het missende onderdeel, Fleurtje naar school brengen, heb ik weer toegevoegd. Dat ging vorige week 2 keer op rij mis vanwege gevaarlijke oververmoeidheid door oedeemtherapie. Die had ik vorige week te vroeg ingepland, waardoor het noodzakelijk schoonmaakritueel van mijn keelgat in het gedrang kwam. Dat had weer hoestbuien tot gevolg tijdens de therapiesessies. Enfin, een sneeuwbaleffect van ongewenste gevolgen met oververmoeidheid tot gevolg. Deze week heb ik het schema beter ingepland. Dat lijkt goed te gaan. Het is fijn om een kwebbelende Fleur naar school te brengen. Zeker ’s ochtends. Zij praat en ik hoef niks terug te zeggen. Af en toe op het commando “kijk, papa!” moet ik even opzij kijken. Dat is genoeg.
Gisteren heeft ze de rest van middag na school bij een vriendinnetje gespeeld. Ik heb haar opgehaald. Een ritje van 10 minuten met de auto. Ze was moe. En dat maakt het filosoofje in haar los.
“Papa?” vraag ze. Ik kijk haar aan met opgetrokken wenkbrauwen en knik vragend. “Dat gaatje in je keel, he…waardoor je soms niet helemaal kan praten, he…als je dat gaatje niet had was je nu dood geweest, toch?” Ik knik. “Dan ben ik blij dat je niet kan praten.” Ik glimlach naar Fleurtje en ze lacht terug. “Hebben we chips in huis?” Ik lach geluidloos en haal m’n schouders op. “Nou ja, we zien het wel als we thuis zijn.” Heerlijk kind. Zomaar even de twee belangrijkste zaken in ons bestaan benoemd: chips en ademen.
Fleurtje en ik waren ongeveer gelijktijdig klaar. Zij met de speeltuin en ik met m’n gaatje. We hadden wat oud brood meegekregen van Moeder Linda en begaven ons richting eendenvijver. Ik was blij dat ik het bankje bij de vijver had gehaald en Fleurtje vermaakte zich uitstekend met eendjes, vogels en een paar hele grote vissen. Ze vertelde de eendjes welk stukje brood voor welk eendje was bestemd. Heel soms luisterde een eendje.
Dat gaan we vaker doen.
Disclaimer: gratis lezen mag, doneren is als brood voor dit eendje en kan via:
vadertje.backme.org