Rituelen zijn prettig. Tot op zekere hoogte. Het moet niet te veel moeite kosten om van rituelen afscheid te nemen. Of om ze aan te passen. Ik ken mensen die doen al tientallen jaren hetzelfde. Niet de hele dag door, natuurlijk. Maar op bepaalde tijdstippen. Een ochtendritueel, middagritueel en/of avondritueel. Zoals bijvoorbeeld altijd twee boterhammen en een eitje om 8 uur ’s ochtends. Altijd hetzelfde beleg op de boterhammen. Niks mis mee. Behalve als mensen helemaal in de war raken als ze om half negen pas hun bammetjes en eitje kunnen consumeren. Dan is er iets mis met de beleving van een ritueel. Dan is het van een aangename, geruststellende gewoonte veranderd in een obsessie. Het gaat hier, zoals bij zoveel zaken, dus om enige balans. Fijn als de boterhammen en eitje om 8 uur ’s ochtends kan worden verorberd; geen ramp als het half negen wordt.
Rituelen kunnen troost bieden in tijden van chaos. Ik heb aan den lijve ondervonden dat de chaos niet te groot moet zijn. Dan worden de rituelen waardeloos. De chaos kan zó groot zijn dat rituelen geen soelaas meer bieden. Geen troost. Dan gaan ze als verplichting voelen. Rituelen zijn voor mij nooit erg belangrijk geweest. Het grootste deel van mijn leven heb ik in chaos doorgebracht. Pas sinds ik de middelbare leeftijd ben gepasseerd hebben rituelen iets aan importantie gewonnen. Rituelen zijn voor mij surrogaat voor verloren chaos. Chaos die ik niet meer kan maken of beleven. Rituelen zijn een aangename vervanger voor verloren vitaliteit.
Mijn leven bestaat al een tijdje uit overleven. Chaos overkomt me. Waar ik chaos voorheen veroorzaakte of bewust opzocht, raakt het me nu als een boomerang keihard van achteren. Opeens kon ik niks meer. Eerst kon ik niet meer werken door allerlei kwalen die ik gedeeltelijk mezelf heb aangedaan en deels me overkomen zijn. Een jaar lang heb ik, chronisch ziek, moeten knokken tegen een incapabele, ongeïnteresseerde arts van het UWV. Het heeft tot een hoorzitting moeten komen om m’n gelijk te halen. Om niet veel later door de belastingdienst te worden genaaid omdat ik tijdens dat jaar geen recht had op KOT. Terugbetalen dus. Niet veel later gevolgd door keelkanker. En toen kon ik echt niks meer. Alleen maar trachten te herstellen. Gelukkig had ik een thuis met vrouw en dochter.
Tot de aankondiging me in m’n bek sloeg dat ik straks (ruim begrip) alleen thuis overblijf. Met een aantal rituelen, dat wel. Een van die rituelen is een noodzakelijke. Het dagelijkse ritueel van de tracheastoma-schoonmaak. Al eerder had ik een ritueel ontwikkeld, waarbij ik elke ochtend rond een uur of zeven enkele vastigheidjes Twitterland instuurde. Dat doe ik nog steeds, alleen is ‘rond zeven’ uur niet makkelijk meer haalbaar. Mijn volgers op twitter kunnen elke ochtend rekenen op een feel-good-fotootje van mijn kleinzoon. Gevolgd door de (bijna) dagelijkse stripjes van Kamagurka en Fokke & Sukke. Ik (re)tweet ook altijd de columns van Marcel van Roosmalen (om de dag) en Eva Hoeke (op zaterdag). Ook de upday-berichtgeving over corona behoort tot het ritueel, alleen zij kiezen geen vast tijdstip.
Misschien dat deze rituelen straks mijn redding zijn. Op het moment zijn ze vervelend en heb ik er helemaal geen zin in. Ik doe het toch omdat ik weet dat dit door een deel van mijn volgers wordt gewaardeerd. Omdat ik nooit erg ‘ritueel-vast’ ben geweest voelt het als een strijd. Ik zie momenteel nog maar weinig zitten en heb de neiging overal m’n schouders over op te halen. Iets zegt me dat ik daar weerstand aan moet bieden. Al weet ik niet waarom.
Het zal me momenteel worst wezen. Eén tweet heb ik de publieke wereld ingestuurd vandaag (de reacties op tweets naar mij toe niet meegerekend) en die luidde: “Bleh…”
Ik denk dat ik die tweet ook maar in mijn dagelijkse rituelen opneem.
Disclaimer: gratis lezen mag, doneren is een mooi ritueel:
vadertje.bakcme.org