Op zo’n 200 meter van Artis kon broer Henk zijn auto kwijt. Een lichtblauwe fiat Panda die eigenlijk van ons moeder is, maar die kan niet meer autorijden. Daarom offert Henk zich op om de fabricage van de lelijkste auto ooit ontworpen, toch nog enige nut te geven. Om 10 uur waren Henk en zijn levensgezellin Nina bij mij thuis om nog even koffie te drinken voor we richting Artis zouden vertrekken. Hij bracht meteen ‘goed’ nieuws. Halfbroer Bas komt niet. ‘Hij dacht dat het volgende week was.’ Dat klonk me bekend in de oren. Een Voorwinde-smoes. Die gebruikte ik vroeger ook als ik doorgezopen was van de avond ervoor.
Bas’ voornaamste reden om mee te gaan was mij weer eens te zien. Dat vond ik een sympathieke gedachte. Nu niet meer.
De rest kwam wel. Gelukkig. De mensen die écht belangrijk zijn en die deelnemer zijn aan mijn leven waren er wel. Dat telt. Uiteraard waren wij als eerste bij Artis en moesten dus wachten op de rest. Een half uur later liepen we eindelijk Artis in. Er was veel veranderd sinds de laatste keer dat ik er was. Veel verblijven waren vernieuwd of verplaatst. Toch voelde het vertrouwd. Gelijk na het betreden wilde ik een foto laten maken. Maar de fotograaf die er vroeger altijd stond, was kennelijk wegbezuinigd. Dus zelf doen.
Ik werd aangemoedigd iemand aan te schieten om de foto te nemen. Zodat ik er ook op kon. Sterker nog, men vond dat het moest. Ik liep op de dichtstbijzijnde persoon af. Een grote zwarte man in een basketbal outfit. Hij had een klein jongetje bij zich. Zijn zoontje vermoedde ik. Met gebaren en wijzend op mijn telefoon maakte ik hem duidelijk wat ik van hem vroeg. Hij begreep me onmiddellijk en nam een prachtige foto van bijna mijn hele familie.
Ik zag hem later op de middag nog een keer terug. In de speeltuin waar dochtertje Fleur (7) zich vermaakte, zat hij in een hoekje van de speeltuin onder de bladeren van een overhangende boom een dikke joint te roken. Hij lachte naar zijn zoontje. Het zoontje zag er gelukkig uit. Het restaurantje waar we zaten heet de Waterkant. Dat was ook zo’n beetje het enige dat er te krijgen was. Water. Voor koffie of iets anders moest je naar het kraampje dat vóór de Waterkant stond geparkeerd. Ons donderde het niet. We hadden net een gierenvergadering op palen gezien en een pauw met zijn verenkleed in een oogverblindende boog uitgevouwen. En een giraf die het allemaal kauwend aankeek. Vanaf grote hoogte.
In Artis is iedereen aardig en lief voor elkaar. Dieren maken dat los in mensen. Een afgeschermd wereldje die losstaat van de wereld waardoor het omhelst wordt.
Het zou eigenlijk andersom moeten zijn.
Disclaimer: Gratis lezen prima, doneren nog beter en kan via:
vadertje.backme.org
UPDATE: Bericht van halfbroertje Bas gehad. Hij bezweert me dat het miscommunicatie betrof. Ik geloof hem.