M’n Neus

Mijn neus doet niet meer wat-ie moet doen. Ruiken. Kort door de bocht werkt dat zo:

“Als we ademhalen door onze neus, komen geurmoleculen uit de lucht ons reukslijmvlies binnen. Dat slijmvlies zit bovenin de neus, vlak onder de ogen. Daar binden de moleculen zich aan geurreceptoren en die sturen een signaal door naar de hersenen.”

Ademhalen door je giechel is dus cruciaal om te kunnen ruiken. Laat dát nou net niet meer kunnen bij mij. De omleiding van m’n ademtunnel naar een gat in m’n keel heeft van mijn neus een praktisch overbodig apparaat gemaakt. Er is via mijn neus geen luchtaanvoer met geurmoleculen meer. Heel soms is het er even. De reuk. Er bestaat een truc om een beetje te kunnen ruiken. Dat vereist een hoop oefenen en dat heeft op dit moment geen prioriteit. Bovendien ziet dat er debiel uit. Vooral als je nog in training bent. Als ik af en toe iets ruik is dat omdat ik onbewust dat ’trucje’ heb toegepast. Toeval.

Het principe is gebaseerd op een vacuüm dat je in je mond moet forceren, waardoor de neus gedwongen wordt lucht naar de mond te laten stromen. En dan komen er wat geurmoleculen mee. Ergo, een kortstondig moment van reukgelukzaligheid.

Vlak voor én vlak na de operatie, waarin mijn keeltumor werd verwijderd met als gevolg een overbodig geworden afdak boven mijn mond, kreeg ik bezoek van twee oude mannen. Ook allebei met een gaatje in hun keel. Zij waren pioniers. Overlevenden van het eerste uur. Zij zetten zich met hart en ziel in voor de patiëntenvereniging van keelkankerpatiënten. En zij konden mij ook het één en ander vertellen over reuk.

Hoewel zij duidelijk koffers vol aan ervaringen meedroegen, ben ik zwaar allergisch voor alles wat in groepsverband wordt ondernomen. Laat staan in praatgroepen ervaringen uitwisselen. En daar draait het toch vooral om in verenigingen. Samen ervaringen delen. Brrrrr….the horror! Zij en hun vereniging doen zeer waarschijnlijk uiterst nuttig werk en zijn vast een steun voor velen. Niet voor mij. Als ik denk aan de kringgesprekken die zij mij voorhielden krijg ik overal jeuk. Ze waren overigens niet opdringerig. Een mapje met informatie en een aanmeldformulier kreeg ik in mijn handen gedrukt. Ik beloofde dat ik er serieus naar zou kijken.

Maar goed, terug naar de neus. Een van die twee heren vertelde me dat hij geur ‘proeft’. Als hij thuis kwam kon hij aan de lucht ‘proeven’ wat zijn vrouw aan het koken was. “Zware lucht” noemde hij het. Als iemand zoiets tegen me zegt gaat mijn fantasie meteen overuren maken. In zijn geval zag ik ‘onzichtbare’ gehaktballen als planeten om z’n hoofd draaien. Het werden soepballetjes die omstebeurt zijn neus invlogen. Ik moest erom glimlachen. Hij zag mijn glimlach kennelijk als een aanmoediging en heftig drukkend op zijn spreekbutton vertelde hij verhaaltjes die een flinke gaap hadden gerechtvaardigd.

Behalve het cosmetisch aspect heeft mijn neus geen functie meer tot ik dat ’trucje’ onder de knie krijg. En dan nog zal het slechts een fractie zijn van wat die gok van me oorspronkelijk kon. Ik heb trouwens nog wel de nare trekjes van dat ding. Die zijn allerminst aangetast. Zo kan ik nog steeds niezen. De jeuk ontstaat in mijn neus en ik kan met de niesreactie m’n keeldopje tegen de muur aanschieten. Ook is bijzonder irritant dat wanneer ik mijn tracheastoma schoonmaak, ik spontaan een loopneus krijg. En niet zo’n beetje ook. Als een dubbele waterval stroomt het heldere vocht mijn neus uit. Alsof er doorgetrokken wordt. Wel de lasten, maar niet de lusten.

Bepaald geen feestneus.

Disclaimer: Gratis lezen mag, doneren stinkt niet en kan via:
vadertje.backme.org

 

Menno Voorwinde

Door schade en schande wijs geworden. Eigenwijze donder. Twijfelt aan alles in de wetenschap dat wijsheid begint bij twijfel.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.