Moeder is niet meer. Adieu, mama. Het cliché klopt. ‘We wisten dat het ging gebeuren, maar als het dan gebeurt is het toch nog plotseling.’ Ik kreeg een videocall van mijn oudste dochter. De precieze tijd weet ik niet meer, maar het was ergens in de (na)middag. Die ochtend was ik al bij moeder geweest. Om 10 uur was ik daar, in de hoop dat ze nog even wakker genoeg zou zijn om nog een paar woorden tegen me te zeggen. Ze is nooit meer bij kennis geweest. Dus moet ik het doen met haar laatste woorden van de dag daarvoor. De enige zin die ze sinds het ziekenhuis nog rechtstreeks tegen mij heeft gezegd:
“Kijk nou, de lamme leidt de blinde.”
Gevolgd door een liefdevolle glimlach. Daarna diepe slaap tot haar hart ook ging slapen. Mijn oudste dochter (wat prijs ik mezelf ongelooflijk gelukkig met haar) was gebleven, omdat de reguliere zorg het had laten afweten. De aflossing was niet op komen dagen. De verpleegster van dienst moest en paar uur weg vanwege familieperikelen, maar zou ’s avonds weer terugkomen. Ook al zo’n fantastisch mens. Het was niet meer nodig. Moeder had met haar laatste hartslag alle logistieke en planzorg problemen in één klap opgelost.
Na het telefoontje ben ik onmiddellijk naar moeders huis gereden. Het was een akelig gezicht. Een stukje minder moeder was ze. Uitdrukkingsloos door de morfine. Zoals ze al een paar dagen was als ze sliep. Nu zonder het geruststellende op-en-neer gaan van haar borst. Ik drukte een kus op haar voorhoofd en hield haar hand vast. Ze was warm. Ik fluisterde nog wat lieve dingen in haar oor. Samen met broer Henk hebben we nog even in stilte afscheid genomen. Met z’n tweeën. Na nog wat wezenloos gepraat met familie in de tuin gingen we allemaal met ons eigen verdriet naar huis. Die avond zou ze door de begrafenisonderneming worden opgehaald. Ik en de partner van Henk zouden hen opvangen. Half elf was de opgegeven richttijd door de begrafenisonderneming. Het werd kwart voor tien.
Weer moest ik die dag haasten om bij moeder te komen. De afwikkeling in een halfdonker huis gebeurde respectvol, maar maakte een verpletterende indruk op me. De dame en heer van de begrafenisonderneming gingen naar buiten om mij en de partner van broer Henk nog even de kans te geven afscheid te nemen. Ik deed hetzelfde als die middag. Ik drukte een kus op haar voorhoofd en pakte haar hand. Ze was ijskoud. Ik had daar niet bij stilgestaan en schrok. Niemand heeft daar wat van gemerkt. Althans niet in deze wereld.
Warm en koud binnen een paar uur. Vergankelijkheid in actie. Moeder werd op de brancard gelegd, ingewikkeld in een zwart zeil en een busje ingeschoven. Terwijl de buurvrouw de partner van broer Henk troostte, keek ik het busje na. Stapvoets met één van de medewerkers ervoor lopend. Een auto maakte al toeterend duidelijk dat hij er langs wou.
“Zo snel gaat het leven dus weer door”, dacht ik.
“Adieu, mama.”
Disclaimer: gratis lezen mag, doneren? Graag!
vadertje.backme.org