Vandaag moest ik, voor wat een eeuwigheid geleden lijkt, naar het AUMC ziekenhuis voor een dagopname. Ik moest me daarvoor melden op de afdeling 1C. De afdeling waar ik terecht kwam na mijn heftigste operatie ooit. De verwijdering van een tumor (inclusief stembanden) als gevolg van keelkanker. Dat was op 11 november 2020. Ik heb mijn ervaringen rond die tijd in een paar stukjes genoteerd. U kunt ze teruglezen op bastapunt.com in de rubriek kiezelkronieken. Nu ben ik natuurlijk na die operatie nog heel vaak in het AUMC geweest. Maar niet in het gebouw waar het allemaal begon. Tussen de poliklinieken en het ‘echte’ ziekenhuis zit een straat. Een heuse straat met heus verkeer. Die twee gebouwen zijn wel met elkaar verbonden via een brug, maar hebben verder weinig met elkaar van doen.
Waar ik vandaag werd opgenomen (het ‘echte’ ziekenhuis) zitten behalve de uitslaapkamers en dagverpleegafdelingen ook de operatie kamers. Daar moest ik vandaag zijn. Ik kan nog steeds niet praten en het vermoeden bestond dat dit door een overwoekerde stemprothese kwam. Dat blijkt niet zo te zijn, maar het is behoorlijk krapjes in mijn keel. Hierdoor heeft de lucht te weinig ruimte om trillingen te veroorzaken die nodig zijn om tot spraak te komen. Verschillende zwellingen zitten er rond de stemprothese. De chirurg heeft daar ‘hapjes’ (biopten) van genomen. Over een week hoor ik daar meer over. De chirurg heeft, zoals ze het zelf omschreef ‘de boel een beetje opgerekt.’ Dat verklaart in ieder geval de pijn in m’n strot die ik nu ervaar. Een zeurende pijn. Niet een pijn waardoor ik over de grond ga rollen.
Het leukste aan vandaag was het weerzien met Franklin. De verpleger die me door de ellende ná de tumor-operatie heeft heen gesleept. Als je Franklin ziet denk je automatisch dat alles goed komt. Franklin is 4 jaar ouder dan ik, maar ziet er decennia jonger uit. Een prachtkerel, die dolgelukkig is. Stralend van geluk vertelde hij dat hij (weer) samen is met de liefde van zijn leven. Zij is 8 jaar ouder dan Franklin en dat bleek destijds (in hun twintiger jaren) een onoverkomelijk obstakel. Na al die jaren hebben ze elkaar teruggevonden en zijn ze weer net zo verliefd. Terwijl hij dit vertelt geeft hij zowat licht van geluk. Vol trots en liefde laat hij een foto zien. Ook zij ziet er dolgelukkig uit. Zonder dat ik het in de gaten heb, ben ik bijna net zo blij als hij.
Hij geeft af.
Hoewel het 10 maanden geleden is en ik inmiddels een haardos als Catweazle heb inclusief baard. Herkennen de mensen die mij toen hebben verzorgd me moeiteloos. Dat is best knap omdat ik toentertijd kaal was. Zowel op kin als schedeldak. De schoonmaker is dezelfde als 10 maanden geleden en herkende me ook gelijk. Breed lachend kwam hij ‘mijn’ kamer binnen. Hij is nogal verlegen, maar daar was nu niets van te merken. In ietwat gemankeerd Nederlands zei hij dat ik op zo’n dokter uit de TV-show leek. Geen idee wie hij bedoelt, maar het was duidelijk een compliment.
De mogelijkheid bestaat dat mijn ziekenhuisbezoek van vandaag nare gevolgen heeft.
Maar ik had het voor geen goud willen missen.
Disclaimer: gratis lezen mag, doneren mag meer … Dat kan via:
vadertje.backme.org