Onderstaand is een stukje dat ik vorige week voor mijn vaste donateurs heb geschreven. Jullie krijgen dit vandaag gratis. Om je lekker te maken. Of om je definitief van me af te keren, dat kan natuurlijk ook. Hoe dan ook, stukjes als deze en nog meer van mijn kronkelingen en strubbelingen dump ik 2 x per week in de mailbox van vaste donateurs. Dat kan voor 4 euro p/m. Een koopje, als je het mij vraagt.
Ik Mis
Ik ben niet erg thuis in de wereld van de dichtkunst. En al helemaal niet aan de regels die er ongetwijfeld aan verbonden zijn. Literaire regels. Als ik ‘dicht’ dan doe ik maar wat. De woorden komen in me op en als ik dan denk: “verdomd, dat is een gedicht!” dan is het een gedicht. Mijn gedicht. Geschreven met mijn regels. En die zijn er niet. Behalve misschien de regel van dichterlijke vrijheid.
Mijn gedichten rijmen zelden. Het moet vloeiend lopen in mijn hoofd. Als ik een visioen erbij krijg van een stromende beek of een woeste rivier, dan zit ik goed. Kunst laat zich niet kisten. Regels maken van een woeste rivier een kanaal. En een kanaal is lelijk. Ik heb van mijn leven nog nooit een mooi kanaal gezien. Wel alleen maar mooie rivieren.
Onderstaand dichtwerkje begon bij verdriet. Verdriet dat groter en groter werd. Dat niet leek op te houden. Dat leek teveel te worden.
Mijn eerste verlies
Het voelde zo enorm
Het was slechts een dier
Ik was tien en toen ging meer
Mijn opa was ik kwijt
Dat kon toch niet?
Hij leerde mij schaken
Hij was er altijd
Een tijdje rust
Alles verwerkt
Toen werd ik ouder
En ging het sneller
Een voor een
Ze knakten als bloemen
De helden in de film
En de helden op de maat
Ik was al grijs
Mijn opa’s en oma’s verloren
Mijn vader moest ook gaan
Nog meer helden tussendoor
Als laatste ging moeder
Zij vulde de emmer
Het gaat overlopen
Ik mis er nu teveel
Wat er nog is
Kan ik niet missen
Dat is gelijk oneindigheid
Niet te bevatten
Rest het besef
Dat het tijd gaat worden
Om zelf gemist te worden
Want ik mis dan niemand meer