Ze vallen bij bosjes. De mensen om me heen. Prooi van virussen waar we ons zonder pandemie allang tegen hadden gewapend. Griep, neusverkouden, hooikoorts gerelateerde virussen en keelontstekingen in allerlei varianten. De bonte stoet van virussen en bacteriën waar we ons, zonder tussenkomst van een pandemie, niet zo veel aan storen. Sommige van ons halen een prikje, maar de meeste hebben weerstand opgebouwd, simpelweg door met elkaar om te gaan. Zonder mondkap en zonder anderhalve meter. Na een paar aarzelende versoepelingen, hebben we nu de full monty. Ja, ook in horeca gelegenheden omdat de halfslachtige maatregelen, die o zo kenbaar zijn voor dit kabinet, natuurlijk helemaal niet werken. Iedereen met een beetje verstand heeft dat al voorspeld.
Het kabinetgepruts laat ik even voor wat het is. Ik heb ze gewaarschuwd. Mijn eigen besognes zijn belangrijker.

We worden overvallen door de virussen die geen corona heten en die ook in een soort lockdown hebben gezeten. Nergens mochten ze meer in. Neusgaten, monden, keelholtes. Het zat potdicht, de afgelopen 2 jaar. Ik denk dat er wel een paar nieuwe varianten zijn ontstaan van oude virussen. Als een virus zich verveelt, moet-ie toch wat. Dan maar een beetje muteren, kan ik me zo voorstellen. En nu zijn voor hun ook weer alle ‘uitgaansgelegenheden’ opengegaan. En hun dragers vallen bij bosjes. Hun bewakers zijn ontslagen wegens gebrek aan publiek. Griepje hier, koutje daar. De virussen hebben zo goed als vrij spel. In mijn directe omgeving is het flink raak. Het begon, zoals meestal, op de school van dochtertje Fleur (7). Eerst een paar kinderen, toen wat leraren en toen weer kinderen. Het gaat in cirkeltjes. Als ik Fleur van school afhaal ben ik omringd door kwakkelende ouders. Rooie neuzen, niesgeluiden. Enfin, the works. Allemaal ziek. Geen corona, maar ziektes met griepsymptomen. De een wat heftiger dan de de ander. De mannen klagen ’t hardst.
Het was een kwestie van tijd. Afgelopen zondag was het raak. Fleur begon te hoesten. Ze was afgelopen zondag nog in Oud Valkeveen geweest en ik kreeg die avond een zich niet zo lekker voelend kind. Ze had al was last van hoesten gehad, vertelde moeder Linda. Dat leek onder controle. Fout. De nacht van zondag op maandag nam het hoesten toe. Maandagochtend koorts, dus ziek melden. Daarna aanhoudende hoest (tot braken aan toe) en dat sleept zich voort tot nu aan toe. Een hoopje ellende op de bank.
Haar besognes doen me mijn eigen besognes vergeten. Kindertranen zijn erger dan kanker.
Zeker als ze uit de ogen van Fleurtje komen.
Disclaimer: stukjes van Menno kun je gratis lezen. Als je doneert krijg je er nog meer. Zie daarvoor: vadertje.backme.org