Gisteren was ‘tante’ Janny jarig. Janny is veel, maar niet de tante van iemand aanwezig op haar verjaardag. ‘Tante’ Janny is een eretitel die zij heeft verkregen via mijn dochtertje Fleur (7), die stapelgek is op haar. Sinds Fleur zichzelf tante van Pim mag noemen, beschouwt ze die titel als het hoogst haalbare. Op prinses na, natuurlijk. In mijn stukjes noem ik Janny tegenwoordig Madre de Familia. Klinkt gewichtiger dan familiematriarch, dat een nogal dierlijke bijklank heeft.
Maar goed.
Ze werd 62, gisteren. Dat vierde ze bij onze dochter Natasja in Eemnes. Natasja en haar gezinnetje zijn vlak na de geboorte van mijn kleinzoon Pim (1) daar gaan wonen. Een fijn huis. Natasja is een uiterst vermakelijke, zorgzame gastvrouw. De locatie ligt min of meer centraal voor alle genodigden. Gratis parkeren in de woonwijk, dit in tegenstelling tot Janny’s woonplaats Amsterdam.
Ik was laat. Door onvoorziene drukte in de Bethlehemkerk bij het halen van de griepprik en daarna in de supermarkt waar maar één kassa open was en dus een rij. De boel moest aangevuld worden, want dochter Fleur kwam die avond weer thuis. Belangrijkste opdracht: piccolini’s en mini-ijsjes. Met witte chocoladelaag.
Daar kwam bij dat alles dat ik deed met de nodige voorzichtigheid – lees: vertraging – moest gaan. Als gevolg van een dubbele oorontsteking waggelde ik als een dronkenlap door de dag. Doof en met evenwichtsstoornissen. Af en toe een raar sprongetje als die onzichtbare sadist weer even zijn onzichtbare priem in mijn oor stak. Al met al was ik ruim een half uur later dan de afgesproken tijd van één uur ’s middags. Natasja had me al een berichtje gestuurd, dat ik niet heb gehoord.
Ik was de laatste. Iedereen had zich rondom de grote eettafel gezeteld. Ik kwam binnen en de begroetingen werden mijn richting in geslingerd. Ik hoorde ze niet. Ik las de gezichten. De eettafel van Remco en Natasja is van hout en erboven hangen sfeergloeilampen. Van die dingen waarvan ik vroeger dacht dat mensen niet genoeg geld hadden om er een lampenkap bij te kopen. Als ik die tafel zie denk ik automatisch aan de keukentafel bij Eva Hoeke. En de masterclass die ik aan haar tafel mocht meemaken. Ik keek rond en het sloeg me recht in mijn gezicht.
Kanker aan de keukentafel.
Er waren elf mensen. Iedereen had óf zelf kanker óf iemand recent verloren aan kanker óf een naaste die binnenkort door kanker het leven wordt uitgeknikkerd. Plus de paar ongelukkigen die alles van het eerdergenoemde over zich heen kregen. De meeste mensen ken ik al mijn hele leven of het grootste deel ervan. De één met nog meer mankementen dan de ander. Een stapel van aangeschakelde ellende. Maar wat zijn we een fantastische, hechte kankerfamilie gebleven met elk van ons een wonderlijk leven. Die verhalen delen we met elkaar. We zijn onverwoestbaar.
De nieuwste generatie komt er aan. En die wordt nóg fantastischer.
Disclaimer: Alweer een gratis stukje van Menno! Doneer ook ‘ns, dan kan-ie blijven tikken
Dat kan via: vadertje.backme.org