Hugo Moet Blijven



U hoort het goed. Hugo moet blijven. Die arme Hugo. Hij wil zo graag. En waarom niet? Hij staat nog overeind. En hij wil verder in die ondankbare queeste. Vele fouten verder en, het moet gezegd, hij wordt steeds beter. Begrijp me niet verkeerd: hij zal hooguit de middelmaat kunnen verfijnen en een uitblinker wordt hij niet. Wel heeft hij inmiddels een karrevracht aan ervaring. Dat maakt hem geschikter dan wie dan ook. Nog even los van dat het me bijzonder onverstandig lijkt om dé aanvoerder van de strijd tegen covid-19 in het heetst van diezelfde strijd te vervangen, is er niemand die zomaar even het stokje kan overnemen. Wellicht krijg je een toekomstig uitblinker, misschien zelfs wel een geniale minister, maar hij zal eerst de ervaring moeten kunnen absorberen die bij deze post én bij de ramp horen waar hij middenin valt.

Het ‘nieuwe’ kabinet gaat er net zo’n zooitje van maken als de vorige drie omdat het een voortzetting ervan is. Er wordt wat met poppetjes geschoven en wat woorden gehusseld in het regeerakkoord maar that’s it. Oh, en niet te vergeten, er gaat met geld gestrooid worden. Hetzelfde geld dat de bevolking kreunend bij elkaar heeft moeten sprokkelen tijdens de bezuinigingspandemie van dit zelfde kabinet en dat daarmee de puinhoop moet herstellen die door de bezuinigingen zijn aangericht. Bent u er nog? Mooi. Want straks moet u weer de broekriem aan gaan halen als er bezuinigd moet gaan worden omdat er tijdens de aankomende kabinetsperiode veel te veel wordt uitgegeven. And so it goes, goes ‘round ’n round.

Dezelfde partijen, dezelfde moraal. Het is een illusie te denken dat de partijleiders plotseling heel anders denken over bestuurskunde. De woorden zullen anders klinken, het resultaat van hun daden zal onveranderd blijven. Het is de uitkomst van een gevecht met de logica die ik, zoals gewoonlijk, van mezelf heb verloren. Als je de zaken op een rijtje zet kun je geen andere conclusie trekken. En die is dat het verstandig is om de man met de meeste ervaring in de bestrijding van een pandemie te laten zitten. Wellicht aangevuld met twee – ter zake kundige – staatsecretarissen die op termijn zelf minister op dat ministerie kunnen worden. Post-pandemisch.

Ernst Kuipers, bijvoorbeeld. Hij wil zelf graag minister worden en zou dat waarschijnlijk ook goed kunnen. D’66 wil dat graag en zoals het er tijdens het tikken van dit stukkie uitziet, stijgen zijn kansen. Voordeel is dat hij de wetenschappelijke benadering van de pandemie beter dan wie dan ook begrijpt, maar tekort schiet als het gaat om politieke handigheid (lees: gekonkel). Dat is een vak apart en daar moet je aanleg voor hebben. Het is maar de vraag of hij dat natuurlijke talent bezit. Dus eerst maar een staatssecretariaat. In elke discussie – en dat zijn er nogal al wat in polderland – ontbreekt die insteek. Hij móét zonodig meteen minister worden. Nergens de vraag of hij niet eerst even moet oefenen. Laat hem terwijl hij Hugo van advies dient de politieke mores leren kennen en dan hebben we wellicht straks een superminister. Tot die tijd:

Eén hoeraatje voor Hugo.

Disclaimer: lees gratis, doneren is fijn, delen graag
vadertje.backme.org

Menno Voorwinde

Door schade en schande wijs geworden. Eigenwijze donder. Twijfelt aan alles in de wetenschap dat wijsheid begint bij twijfel.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.