
Ergens vorige week kwam voor de 369ste keer de film World War Z voorbij. Toen viel het me pas op hoeveel virusgerelateerde films er de laatste tijd (weer) worden uitgezonden. Ik heb er een paar gekeken en sommigen droegen een behoorlijke accurate voorspelling in zich, voor wat later een benauwende waarheid werd in Covid-19. In dat kader raad ik Contagion uit 2011 aan. Fascinerende film. Maar goed, daar wil ik het nu niet uitgebreid over hebben, dus terug naar de film World War Z. Een vooral vermakelijke film met goeie effecten en supersnelle, doodenge zombies. Ik keek de film op een moment dat ik bekaf was van slaaptekort door een dolgedraaid slaap-waakritme. En als ik moe ben wordt alles somber. Ik heb dan de neiging om meer dan me toekomt op mezelf te betrekken.
Tijdens die film gebeurde dat ook.
En dan gebeurt het. Ik betrek de film op mezelf.
Sinds de pandemie begon, zo’n twee jaar geleden, ben ik nul keer besmet geweest. Ik ben weliswaar uitermate voorzichtig geweest – want risicogroep – maar er zijn enkele situaties geweest waarin ik zomaar besmet had kunnen raken. Het duidelijkste voorbeeld dat ik daarvan heb is een dagje met de nodige knuffels tussen mij en dochtertje Fleur (7). Een dag later bleek zij besmet te zijn met de Omikronvariant. Uitgerekend de meest besmettelijke. En ik? Niks. Niet besmet. Bevestigd door een PCR test. Ik heb mensen gesproken – ook uit risicogroepen – die nóg voorzichtiger waren dan ik en besmet terugkwamen van een supermarktbezoekje of een rondje wandelen. Talloze keren ben ik al in de supermarkt geweest. Nimmer besmet. Het Omikron-net sluit zich om mijn kennissenkring. Steeds meer mensen die ik persoonlijk ken raken besmet. Afgelopen week sprak ik de vader van een van Fleur’s beste vriendinnetjes en die zei dat we allemaal Omikron gaan krijgen.
Iedereen. Behalve ik. Want ik ben ongetwijfeld terminaal. Het virus rent met een boogje om mij heen. “Die moeten we niet hebben, jongens! Anders liggen we straks samen met hem onder de zoden.” Ik hoor het ze lachend tegen elkaar zeggen terwijl ze vrolijk dansend van de één naar de ander hupsen. Ik moet lijdzaam toezien hoe het sadistische virus de één na de ander velt, terwijl ik er dwars doorheen kan lopen. Ik schaam me kapot. Kutvirus gunt me zelfs geen besmettinkje. Natuurlijk ben ik te laf om het echt te testen. Want als ik dat doe verander ik de spelregels en krijg ik het toch. Zal je net zien.
Er zit maar één ding op: heel veel slapen voordat ik weer zo’n film ga kijken.
Disclaimer: Gratis, maar doneren mag ook
vadertje.backme.org