Paniek in Beeld

Ik zag gisteren een beeld op tv dat me niet meer loslaat. Het zat in het NOS journaal van 20:00 uur.

Een auto met camera rijdt door een woonwijk van de kapotgeschoten stad Marioepol in de Oekraïne. Als er een plek in beeld komt die al eerder op camera is vastgelegd, verandert het beeld langzaam in die andere werkelijkheid. Hierdoor zie je de oorlog in één vloeiende beweging van een paar seconden voor je ogen voltrekken. De auto rijdt langs een laag flatgebouw, waar je dwars doorheen kijkt. Compleet kapot gebombardeerd. Langzaam verandert het beeld in het flatgebouw van vóór de bombardementen. Een doodgewone straat. Ietwat achterstallig onderhoud, maar een gewone volkswijk. Het kan zomaar de Erfgooiersstraat hier in Hilversum zijn. Precies dezelfde gebouwen. En ik kan het weten want ik heb er gewoond.

Even verderop komt een fitnessschool voorbij. Het gebouw ziet eruit als een ruimte waar Klytsjko zich als beginnend bokser thuis zou hebben gevoeld. Een ‘Rocky Balboa’ uitstraling. Het beeld verandert langzaam in het kapotgebombardeerde gebouw dat nu nog nauwelijks overeind blijft. Alles lijkt zwart-wit, maar dat komt door het bombardement. Alsof er as is neergedaald uit een vulkaanuitbarsting. Putin’s Pompeï.

Ik denk aan het ziekenhuis in Marioepol.

In gedachten ga ik van het ziekenhuis in Marioepol naar het AUMC waar ik al vaker ben geweest dan me lief is. Waar ik nog veel vaker naartoe moet. Waar ik waarschijnlijk de rest van mijn leven ‘vaste klant’ zal zijn. Ik zie het voor mijn ogen veranderen. Van kleur naar zwart-wit met hier en daar een rood accent. Rook uit de ramen en gaten in de muren. De tramhalte voor het ziekenhuis is weggevaagd. De loopbrug over de weg die twee ziekenhuishelften verbind wordt bruut onderbroken door de gevolgen van een raketinslag. Stroomkabels hangen vervaarlijk vonkend uit de gerafelde openingen. Ik wil het niet zien, maar het beeld dringt zich aan me op.

Onontkoombaar.

Snel denk ik aan iets anders. Het huis van mijn jeugd in Bussum. Onderdeel van twee-onder-een-kap. Maar het is te laat. Kapot. Asgrauw. Rook komt uit het piepkleine dakkapelletje van mijn kinderkamer. Een groot gat erboven waar grijze rook uitkomt. De dubbele garage waar mijn vader kantoor houdt staat in brand. De twee enorme ramen aan de wegzijde zijn één groot gat. Daarboven het kantelraam van mijn broertjes kinderkamer. De verdieping is weg. Ik zie nog een klein stukje zolder. Ik kijk via de woonkamer bij de buren naar binnen. Er liggen twee met as bedekte lijken op de grond. Het zijn de lieve oudjes waar ons gezin jarenlang naast heeft gewoond. Er breekt paniek uit.

Ik zoek mijn rode chopper fiets. Ik wil weg. Maar ik kan hem niet vinden. Ik vind een stukje van de oranje chopper van mijn broertje. Mijn broertje! Hij zal toch niet op zijn kamer hebben gezeten?! Ik ren weg. Ik wil naar mijn veilige hut in ’t Mouwtje. Uit een gigantische rododenderon gehakt. Daar zal mijn broertje ook wel naar toe gaan. Daar zijn we veilig. Maar ’t Mouwtje is niet meer. Het water is gifgroen. Rupsbandsporen door de bloembedden. De rododenderon brandt. Alles is in grijstinten. Het beeld van de vrede wil niet meer terugkeren.

Ik laat een nutteloze traan voor mensen in oorlogen.

Disclaimer: lees gratis, doneer als het kan.
vadertje.backme.org

Menno Voorwinde

Door schade en schande wijs geworden. Eigenwijze donder. Twijfelt aan alles in de wetenschap dat wijsheid begint bij twijfel.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.