Een tijd geleden schreef ik een stukje over mijn vader. Daarin schreef ik dat ik elke dag aan hem denk en dat ik mezelf erop betrap dat ik hem om raad vraag. Nooit geeft hij antwoord. Dat snap ik. Hij is namelijk al sinds één april 1997 dood. Toch leg ik hem regelmatig mijn herinneringen voor en wil dan weten of ze kloppen. Het is niet meer zo scherp allemaal. En we weten allemaal dat herinneringen vervormen naarmate de tijd verstrijkt. Meestal blijft er dan een herinnering over waarmee te leven is. Waar of niet, dat doet er niet meer toe. Door tegen m’n vader aan te praten kom ik meestal tot een schappelijk vergelijk. Tegelijkertijd knaagt het. Mijn relatie met mijn vader was niet ideaal, eufemistisch gesteld. Achteraf neem ik dat vooral mezelf kwalijk. Niet dat hem geen blaam treft. Dat is zeker óók waar.
Feit is dat we regelmatig ruzie hadden. Volgens onze omgeving kwam dat vooral omdat we op elkaar leken. Zowel uiterlijk als karakteristiek hebben we elkaars nare kantjes. Driftige, kleine opdonders met een grote passie voor het eigen gelijk. Garantie voor flinke clashes. Terwijl we stiekem stapelgek op elkaar waren.
Er was een vrij duidelijk omslagpunt, dat onze breuk markeerde. Op vrij jonge leeftijd ging ik me buitensporig te buiten aan drank en drugs en werd ik, om verwarde redenen, een anarchistische punker. Het zou me niet verbazen als ik het onbewust deed om mijn vader dwars te zitten. Als dat al het plan was, dan is dat gelukt.
Arme vader. Je zult maar mij als zoon hebben.
Hij wist zich geen raad met zijn ontspoorde spiegelbeeld. Regelmatig probeerde hij contact met me te leggen op een nogal knullige manier en altijd met geheven vingertje. Hij wist niet beter en het werkte vooral averechts. Ik was vooral met mezelf en dom bezig in die tijd. Vrolijk ontspoorde ik verder en verder. Totdat ik waanzinnig verliefd werd. Ik ging zelfs trouwen en ‘we’ kregen een kind. De trouwerij had het keerpunt kunnen zijn. In die tijd moest je 21 zijn om zonder toestemming van je ouders te kunnen trouwen. Ik was twintig en had daarom een handtekening van mijn ouders nodig. Mijn moeder stemde zonder aarzelen in. Mijn vader weigerde. Via de rechtbank heb ik toestemming moeten halen. Ik vermoed dat mijn vader inmiddels zo verbitterd was geworden, dat hij de hoop op een goede relatie met zijn oudste zoon voorgoed had verloren. Genoeg getroebleerd om deze kans niet te zien, in ieder geval.
Ik heb dat aan niemand laten merken, maar ik was er kapot van. Een tijdlang heb ik dat van me af kunnen zetten. Mijn vrouw en ik kregen niet veel later een kind. Een prachtige dochter. Ondertussen lag het leed van de wereld en mijn verloren gewaande relatie met mijn vader, loodzwaar op mijn schouders. Omdat ik net zo onhandig was als mijn vader, deed ik wat ik altijd deed als ik in de knoop zat. Zuipen en snuiven. En dat gaat een keer mis. Het huwelijk liep op de klippen (mijn schuld) en ik zakte verder weg in veel drank, drugs en kortstondige relaties. Juist in die periode zocht mijn vader toenadering tot mijn ex-vrouw. Waarschijnlijk vanwege een kleindochter die daar rondkroop. Hij bood mijn ex-vrouw financiële hulp aan want “Menno zal wel niet voor jullie zorgen.”
Omdat ik dat natuurlijk wel deed, wees mijn ex vrouw hem de deur. Of hij zich alsjeblieft nooit meer wilde melden bij haar. Toen ik dit achteraf hoorde, wist ik dat de breuk definitief was. Hij zag me niet meer als zijn zoon, maar als de vijand. Iemand anders die alles behalve op hem leek. Vele jaren later ondernamen we nog eens een poging om het bij te leggen. Dat leek goed te gaan. We hadden al enkele korte ontmoetingen gehad. En toen ging die hufter dood.
Tot op de dag van vandaag voel ik daar intens verdriet bij, maar ik praat er met hem over.
We komen er waarschijnlijk wel uit.
Disclaimer: Gratis! Maar doneren mag:
vadertje.backme.org