Gisteren was een dag waar ik al wekenlang tegenop had gezien. Niet omdat ik naar het ziekenhuis moest, maar omdat ik er lang moest doorbrengen. Drie afspraken stonden al een tijdje ingepland en verdroegen geen verdere vertraging. Uiteindelijk werden het vier afspraken. Met mijn huidige fysieke gesteldheid voelde het als een marathon die ik onvoorbereid moest gaan lopen en even hoopte ik dat er nog iemand aan zou bieden om met me mee te gaan. Tegen beter weten in. Die nieuwigheid was er wel af ondertussen. Sinds de Kiezel is weggesneden, de bestralingen zijn afgelopen en ik nog leef, is daarmee ook de participerende betrokkenheid grotendeels weggevallen. Dat is ook logisch. Er moeten uiteraard wel gewoon levens worden geleefd. Zoals het hoort.
Jammer vond ik het wel. Vele bezoekjes aan het ziekenhuis waren min of meer ‘uitjes’ geweest, met het juiste gezelschap. Sinds de volwassen wederhelft plotseling een andere weg was ingeslagen, had ik thuis alleen nog de muur om tegen aan te kwekken. Nou ja, fluisteren. Veel geluid maak ik niet. Dus we passen goed bij elkaar. Hij is nogal saai maar kan gelukkig uitstekend luisteren. Enfin, het is zoals het is en de energie die het kost om daar wat aan te doen heb ik ook niet. Dan maar een saaie muur die niet teruglult. Hij staat er in ieder geval altijd als ik thuiskom.
Mijn eerste afspraak was net achter de rug. Een slagaderlijke polsprik met als doel het zuurstofgehalte in mijn bloed te meten. Bloedgassen, noemen ze dat. Dat was in een poep en een scheet gebeurd en daarna had ik een flink gat tot de tweede afspraak. Anderhalf uur moest ik met andere gehavenden doorbrengen. Dat is geen probleem. Ik voel me thuis tussen de beschadigden. Ik houd van mensen waar iets mis mee is. Waarom weet ik niet precies, maar ik denk dat het te maken heeft dat er zoveel mis is met mezelf.
Na anderhalf uur volgde het consult op de afdeling radiotherapie. De dokter van dienst vond dat mijn aanhoudende vermoeidheid nader onderzocht moest worden en stuurde me door naar de afdeling Bloedafname, om vast te stellen of mijn schildklier geen optater heeft gehad van de bestralingen en daarom voor die vermoeidheid zorgt.
Vermoeid werd ik in ieder geval van de 27(!) wachtenden voor me, die kennelijk ook allemaal van hun bloed af wilden. Hierdoor kwam ik iets te laat op mijn laatste afspraak. De KNO arts die me van mijn tumor heeft ontdaan. Ze heeft er niets van gemerkt, want zoals altijd was ook haar afspraken uitgelopen. Bij mij werden na onderzoek geen bijzonderheden vastgesteld. Behalve dat de toegangswegen tot mijn longen véél te droog zijn. Een zalfje gaat dit oplossen.
Vlak na mijn eerste afspraak ging ik in de centrale hal van het poligebouw van het AUMC zitten om vast een stukje van dit stukje te tikken. Aan een tafel die Russische ambities lijkt te hebben. Groot, glanzend en in het oog springend. Het is vooral een tafel waar mensen even wachten op een familielid, een vriend of vriendin, maar meestal op een taxi. Veel rolstoelende mensen worden hier even geparkeerd. Toen ik ging zitten was de tafel leeg. Na de eerste paar zinnen van dit stukje te hebben getypt – ik had mijn chromebook bij me – ging een diepdonker gekleurde oude dame tegenover me zitten. Met haar rug naar me toe. Dat komt – denk ik – niet door mijn aanwezigheid, maar omdat de wereld zich anders achter haar rug zou afspelen. Ze hoefde niet lang te wachten op haar taxi. Al die tijd had ze heel hard geneuried. Amusant was het wel.
Verder tikken had geen zin. Teveel afleiding. Ik kon alleen nog maar denken aan die dame. Hoe ze hard neuriënd in de taxi zat. Ik hoop dat ze een taxichauffeur had die haar kende, dan had hij vast meegeneuried.
Ik kon niet wachten om het aan de muur te vertellen.
Disclaimer: Gratis, maar doneren kan ook via:
vadertje.backme.org.