Ik was gisteren bij de presentatie van het anderhalf kilo zware boek TOTAAL van Marcel van Roosmalen in Café-Herberg Het Moriaanshoofd, Wormer. De presentatie was van vier uur tot zes uur ’s middags. Ik kwam stipt om vier uur op de Dorpsstraat aan. De lengte van de straat was onpeilbaar. Alles stond al vol met auto’s. Na minimaal zes keer heen en weer te zijn gereden vond ik eindelijk een plek op ongeveer honderd meter van Het Moriaanshoofd. Het was inmiddels half vijf. De rij met mensen die tot ver buiten de herberg stond toen ik aankwam was in ieder geval verdwenen. Opgeslokt door Het Moriaanshoofd.
De eerste tien minuten kwam ik niet verder dan het halletje bij de voordeur. Net voorbij de twee reuzen die volgens hun jasjes beveiliger waren. Tot drie keer toe moest ik mezelf tegen de muur drukken om mensen door te laten die met stapels TOTAAL ruim baan vroegen. Eenmaal voorbij het entreehalletje stond ik meteen in de rij langs een tafel met de uitgestalde boeken en twee dames met een pinapparaat. Eromheen mensen op stoelen tegen muren die voorlazen uit het boek TOTAAL. Iedereen wilde het boek kopen en laten signeren. Ik had noch de behoefte aan het boek – ik had ‘m al een paar dagen in huis via Libris – noch de behoefte om ’t te laten signeren. Ik snap het concept maar ik snap nog meer de weerzin van de auteur om te signeren. De gedwongen lach. De wildvreemden die ongevraagd armen om je heen slaan voor een foto en meer van dat soort zaken. Gênant.
Vanuit de rij keek ik op een bordje dat met twee kettinkjes aan het plafond boven de tafel hing. Er stond op dat er niet mocht worden gerookt, gepikeerd en geen horloges gedragen mochten worden. Automatisch keek ik naar mijn pols waar al heel lang geen horloge meer omheen zit en begreep tegelijkertijd dat het om een biljarttafel moest gaan. Verborgen onder een kleed en bedolven onder vele exemplaren van Marcel’s boek TOTAAL. Het boek is gevuld met de beste reportages van Marcel gedurende de afgelopen twintig jaar. Een aankomend klassieker omdat de reportage in deze vorm dreigt uit te sterven.
Terwijl ik in de rij stond bedacht ik me dat het misschien wel leuk zou zijn om ook zo’n lekkere pil voor mijn oudste dochter mee te nemen. Ik verantwoorde die extra aankoop aan mezelf met de gedachte dat zowel Marcel als zijn vriendin Eva mij zoveel leesplezier hebben geschonken, dat ik best wat extra’s daarvoor terug mag doen. Die gedachte was kennelijk genoeg want ik had al een boek in mijn hand en twijfelde geen moment bij het pinapparaat. Eenmaal afgerekend kon ik door naar een soort tussenhalletje waar zich ook een kleine bar bevond. Met een colaatje in de hand kon ik nog precies drie stappen voorwaarts doen. Marcel was inmiddels aan zijn speech begonnen waar ik niets van mee heb gekregen. Ik stond te ver, mijn gehoor is te slecht en de omgevingsgeluiden waren te nadrukkelijk overheersend.
De speeches werden ook nog eens aan mijn oog onttrokken omdat er eerst een man van drie en daarna eentje van twee meter hoog voor me stond. Kennelijk heb ik bij het laatste punkconcert – decennia geleden – mijn brutaliteit laten liggen, want ik bleef keurig staan. Mijn vroegere versie had voorgedrongen tot ik in ieder geval iets kon horen en zien. Gelukkig ben ik mijn versie van nu want die is een stuk beschaafder. Ondertussen herkende ik een hoop gezichten, maar ik wist niet alle bijbehorende namen. Gijs Groenteman – die veel met Marcel samen doet, waaronder De Pannenkoekenkaravaan en de podcast weer-een-dag – viel gelijk op omdat hij nogal wat aandacht genereerde, Hij droeg een bruine polo met daaraan twee brillen gehaakt. Heel even dacht ik dat hij daar in ontbloot bovenlijf stond omdat hijzelf ook behoorlijk was gebruind. Veel mensen wilden met hem op de foto en lieten het boek van Marcel ook door hem signeren.
Ergens achterin liep ik Eva Hoeke tegen het lijf. Er is niemand die me enthousiaster begroet dan zij. “Wat leuk! Ben je helemaal hiernaartoe gekomen?!” vroeg ze. Ik zei dat het niet had willen missen. Eva kon me verrassend goed verstaan tussen al het rumoer, ondanks mijn gebrekkig vermogen tot spraak. Op een gegeven moment vroeg ze of ik Marcel al had gezien. Dat had ik niet. We gingen zoeken. Althans ik, want Eva wilde wel, maar werd constant aangesproken door gasten. Ik had daar natuurlijk geen last van. Uiteindelijk had ik Marcel gevonden. Hij zat op een klein tweezitsbankje boeken te signeren. Een kluitje mensen om hem heen en Gijs Beukers op een stoeltje ernaast. Eva was inmiddels weer naast me gaan staan en we stonden naar de signeer-taferelen te kijken. Even daarvoor had ze Marcel van nieuwe energie voorzien door vrolijk naast hem neer te ploffen op het bankje. Eva stootte me aan: “Kijk dat hoofd van Marcel! Wat hou ik van die man!” zei ze schaterend. Marcel was inderdaad in een fractie van een seconde van gelaatsuitdrukking veranderd. Er was iemand naast hem gaan zitten met een heel verhaal, een viezig staartje achter op zijn hoofd en een trainingsjasje met daarop de letters DDR. Marcel’s hoofd sprak boekdelen. Hij vond het even niet erg leuk.
Ondertussen was Eva weer van groepje naar groepje aan het dartelen en zocht ik een plek om even te kunnen zitten. Maar eerst wilde ik het boek – tegen mijn zin in – laten signeren door Marcel met een kleine opdracht voor mijn dochter. Voordat ik het wist had hij het boek gepakt en me begroet. “Hallo Menno, leuk dat je er bent.” Ik kon me niet verstaanbaar maken dus die vlak daarvoor uitgesproken zin staat nu als opdracht in het boek. Ik vind het niet erg.
Ik zal het nalaten aan mijn oudste dochter waarvan ik ook vind dat het heel leuk is dat ze er was.
Er was een tafeltje met twee stoelen vrijgekomen direct naast het signeerbankje en ik kon eindelijk even zitten. Even later kwam een statige dame aan de andere kant van de tafel zitten. De gelijkenis met Eva Hoeke was treffend. Het was dan ook haar moeder. Ik wist het zeker toen Leah van Roosmalen bij haar op schoot kroop met een stickerboekje dat ik herkende omdat mijn dochtertje Fleur dezelfde heeft gehad. Ondertussen ging aan mijn andere zijkant het signeren vrolijk door. Jammer dat ik maar zelden iets kon verstaan. Een van de ontmoeting die ik wel – deels – kon volgen was van een dame met hond. Marcel vroeg hoe de hond heette. “Bumper” zei de vrouw lachend. “Wat? Bumper?! Voor een hond?” zei Marcel. “Ja, ik ga hem elke avond één verhaaltje voorlezen uit jouw boek.” zei de dame.
Ik weet het niet zeker, maar volgens mij heeft Marcel een opdracht aan de hond in haar exemplaar geschreven.
UPDATE! De speeches, met dank aan Godelieve Engbersen en Soundcloud.
Disclaimer: gratis te lezen, delen is aardig en doneren ook. Dat kan via:
vadertje.backme.org