Alweer een paar dagen wind ik me – voor de ontelbaarste keer – op over volk, vaderland en overheid. Een kluwen van ongezouten en vlijmscherp commentaar was al aan het ontwarren onder mijn schedeldak. Nog even en ik zou er een pakkend en logisch verhaal van kunnen maken. Maar toen werd het warm. Erg warm. De scherpe kantjes van het betoog dat ik in gedachten had, waren aan het wegsmelten. Nu, vanochtend, zie ik slechts het topje van de gesmolten ijsberg. De rest is verdwenen onder het oppervlak van een oververhitte woordenzee. Het verhaal is weg. Mijn brein vindt het wel best. Het laatste topje van de ijsberg verdween na het lezen van de column van de weergaloze Ellen Deckwitz (narcose). Daardoor was het uitgesloten om nog tot een woeste verhandeling te komen. Milde berusting is soms ook best fijn.
Haar verhaal probeerde ik (deels) op mijn eigen situatie te projecteren. Althans, dat gebeurde automatisch. Ik neem aan dat iedereen dat tot op zekere hoogte doet. Als het niet bij het lezen is, dan is het wel bij het luisteren naar muziek. Hoe vaak heb ik mensen niet horen zeggen dat een nummer speciaal voor hun geschreven lijkt? Goed, mild gestemd dus. Mijn zoveelste aanklacht in rook op gegaan. Het zij zo. Ik moest door de column van Ellen denken aan langlopend leed en hoe mensen uit je omgeving daarop reageren. Al eerder schreef ik eens dat op een gegeven moment de nieuwigheid eraf is en mensen over gaan tot de orde van hun eigen leven. De aandacht wordt minder en men verzinkt weer in persoonlijke besognes. En dat is logisch. Ondanks dat het leed in de wereld en in je directe omgeving aandacht verdient, moet er zelf ook nog een leven worden geleid.
Met eigen kleine en grote ongemakken. Klein en groot verdriet. Ik snap dat. Daarnaast ben ik blij dat men niet de deur plat loopt bij me. Hoewel ik onmiddellijk toegeef daar nogal hypocriet in te zijn, want als ze dat niet doen mopper ik al gauw dat ik ‘nooit’ meer iets van ze hoor. Ik wijt die houding aan onbegrip voor mezelf. Door de kiepwagen vol lachwekkend veel ellende (tumor, keelstoma, reukverlies, spraakverlies, weggesneden rechterborst, drastisch verminderde longcapaciteit, onverwachte echtscheiding enzovoort, enzovoort) die over me heen is uitgestort, moet ik mijn mening over mezelf op nogal wat vlakken herzien. Vooral het doorlopend scenario van de echtscheiding doet mij regelmatig in verwarde staat belanden. Ik moet hier altijd mijn kalmte zien te bewaren omdat er nu eenmaal een kind van acht doorheen dartelt.
Door andermans plannen zit ik (het voelt nog steeds als plotseling) in een situatie die ik niet zelf verkozen heb. Verre van dat. Een niet geringe handicap daarbij is mijn fragiele gezondheid. Mede dankzij corona, het daardoor gedwongen isolement en die vermaledijde echtscheiding, blijken de vaste waarden die ik dacht te bezitten, niet zo waar meer te zijn. Terwijl ik dit schrijf merk ik dat ik heel omslachtig aan het uitleggen ben dat ik opnieuw kritisch naar mezelf aan het kijken ben en daar tegen onverwachte dingen aanloop. Maar dat klinkt zo weeïg en bovendien te kort voor een column. Hoewel ik openheid over mezelf niet schuw schrijf ik toch liever aanklachten tegen de wereld. Ik heb altijd makkelijker naar buiten dan naar binnen kunnen kijken. Dat voelt ook veiliger.
Maar voor zo’n column moet ik me opwinden en daar is het nu veel te heet voor.
Disclaimer: gratis te lezen, donaties zijn welkom op:
vadertje.backme.org