Tics

Eergisteren was het één jaar geleden dat mijn moeder stierf. Ik mis haar meer dan ik had verwacht. We hielden van elkaar, maar hadden een moeizame relatie. Mijn vader stierf eerder. Veel eerder. Al in 1997. Ik heb aan de dood van mijn ouders twee opmerkelijke ’tics’ overgehouden. Sinds mijn moeder dood is, heb ik bijna elke avond een schrikmoment dat ik haar vergeten ben te bellen. Dat gebeurt niet in een droom maar als ik klaarwakker ben. Er is geen aanwijsbare reden die dat schrikeffect doet ontsteken. Het gebeurt gewoon. Altijd plotseling. Het is niet aangenaam maar ook niet vervelend. Neutraal. Maar wel schrik. De schrik dat je iets vergeten bent wat je nodig had op het moment dat je beseft dat je het bent vergeten. In dat schrikmoment ben ik er een fractie van een seconde van overtuigd dat ze nog leeft. Het duurt maar heel even. Gelukkig maar.

Bij mijn vader werkt dat anders.

Ik denk buitensporig vaak aan een middelmatige acteur. Een iconisch acteur, maar toch middelmatig. Charles Bronson. Zelf is hij ook al een tijdje niet meer onder ons. Ik denk bovengemiddeld aan Bronson omdat ik een kwart eeuw na vader’s dood nog steeds dagelijks aan mijn vader denk. Als ik aan mijn vader denk komt altijd Once Upon A Time In The West voorbij. Een van de eerste films die ik me kan herinneren die ik samen met vader in de bioscoop zag. Daar hoort Charles Bronson en z’n mondharmonica bij. Onlosmakelijk verbonden. Net zoals de bioscoop waarin ik ‘m zag. Palet in Bussum. Een fijne herinnering.

Met mijn vader voer ik nog steeds hele gesprekken. Al zegt hij daarin weinig. Het zijn vooral monologen van mezelf. Ik zit met een hele hoop open vragen, waar ik graag antwoord op vind, maar waarvan ik weet dat ik die nooit ga krijgen. Tijdens zijn leven was hij al net zo spraakzaam over zichzelf als tijdens zijn dood. Dus die moet ik zelf zien in te vullen. Vandaar die gesprekken, die altijd wel wat opleveren. De waarheid is allang niet meer interessant omdat die toch niet te achterhalen valt. Het is de invulling die ik eraan geef die waar zou kúnnen zijn. Af en toe gaat dat gepaard met enige frustratie, omdat ik onvermijdelijk op sommige punten vastloop. Vroeger maakte dat me boos, tegenwoordig zie ik het als gespreksstof voor mijn (fictieve) volgende gesprek. Het is een fantasiewereld(je). En de antwoorden die ik vind zijn aan mijn eigen brein ontsproten. Maar dat geeft niet. Het geeft een zekere mate van geruststelling. Want het kán waar zijn.

Met mijn moeder heb ik dat niet. Ik denk wel dat die gesprekken eraan zitten te komen. Maar dat is slechts een gevoel. Ik denk dat ik eerst moet stoppen met van haar te schrikken.

Of aan wennen.

Disclaimer: gratis, maar doneren mag via:
vadertje.backme.org

Menno Voorwinde

Door schade en schande wijs geworden. Eigenwijze donder. Twijfelt aan alles in de wetenschap dat wijsheid begint bij twijfel.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.