De zondagochtend is anders dan elke andere ochtend. In mijn volksbuurtje is het meestal doodstil. De belofte van een stilstaande dag. Geen jehova’s; geen verkopers; geen collectanten die aan de deur komen om te worden afgepoeierd. De herfst heeft overduidelijk zijn klimatologische raderen aangezet. De straat ligt bezaaid met bladeren. De takken aan de bomen worden steeds kaler. De te laat ontsproten nieuwste lichting eikels liggen platgereden op straat. Iedereen heeft zijn eigen ritme op zondag. De honden worden op zondag niet allemaal tegelijk uitgelaten, zoals dat de rest van de week wel het geval lijkt. Die spreiding waarborgt de stilte. Heel af en toe gebeurt er iets raars. Een paar weken geleden stak voor mijn huis een jongeman met ontbloot bovenlijf over. Terwijl hij druk op zijn telefoon aan het drukken was, liep hij rustig. Het was koud en mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Ik herkende hem niet. Noch de auto waar hij naartoe liep. In plaats van in te stappen liep hij naar de achterbak van de auto en viste daar een schoon(?) shirt uit en trok het ter plekke aan. Vervolgens sjokte hij dezelfde weg terug. Nooit meer teruggezien.
Afgelopen zondag liep ik naar buiten om de post uit de brievenbus te halen die ik zaterdag was vergeten. Zoals gebruikelijk was het doodstil. Geen kip te bekennen. Dankzij mijn katten was het nog belachelijk vroeg. Toen ik de post had gepakt en terug wilde lopen stond aan de overkant (plotseling) een buurtbewoner. Ik herkende hem als het ‘wiebelende’ mannetje. Het mannetje met het hondje. Het mannetje op het scootertje met het sjaggie in z’n mond. De palletverzamelaar en (vermoedelijk) hoarder van de buurt. De laatste tijd zie ik hem opvallend vaak ‘druk’ doen bij mijn overbuurvrouw voor de deur. Een gescheiden moeder met twee dochters, een vriend en een huis vol dieren die niet veel verder komen dan de achtertuin. Haar dragende stem heeft ervoor gezorgd dat ik ongewild van die zaken op de hoogte ben. Dit keer had hij een doorzichtige plastic tas bij zich. Met daarin herfstbladeren. Uiteraard zag hij me en dan gaat als vanzelf zijn mond open en maakt hij geluid. “Ik maak een soort versiering van herfstbladeren op de vensterbank. Ik ben creabea tegenwoordig!” Waarna hij in lachen uitbarstte. Ik was nog bezig om dit allemaal te verwerken toen hij bukte om het volgende herfstblad op te rapen.
Twee flinke roze kadetten keken me recht in het gezicht. Zijn joggingbroek, model drollenvanger, was afgezakt tot de onder zijn billen die leken op twee enorme wangen van iemand die net de Elfstedentocht had geschaatst en voor de camera uitlegt dat het ‘best wel’ fris was. Het duurde niet lang, maar lang genoeg om dit beeld waarschijnlijk tot aan mijn kist met me mee te dragen. Toen hij weer rechtop stond, hield hij het blad vanuit verschillende invalshoeken in de lucht. Het blad kreeg zijn goedkeuring en verdween in de de plastic tas. Ondertussen had ik mijn benen weer in beweging gekregen en had hij zij joggingbroek iets opgehesen.
Ik kon alleen maar denken: “Waarom ik? Waarom nu? Waarom!?”
Disclaimer: gratis lezen goed, delen beter, doneren best.
vadertje.backme.org