Wachten

Daar zat ik dan. In de enorme wachtruimte van de afdeling KNO van het AUMC op de Boelelaan in Amsterdam. Ik moest twee uur vol zien te maken tot ik aan de beurt was.

Het was een spannend weekje geweest. Vorige week zaterdag kreeg ik een beetje zeurend gevoel in mijn linkerbovenkaak. Daarna in mijn linkeronderkaak. Het zeurende gevoel werd met het verstrijken der dagen een zeurende pijn. Tot de pijn explodeerde in wakker houdende, onverdraaglijke pijn. Het soort pijn waarvoor je naar de tandarts gaat en die dan onmiddellijk een wortelkanaalbehandeling voorstelt. Zo’n soort pijn. Alleen zaten op de plekken waar ik die pijn had geen kiezen meer. Die waren, uit voorzorg, getrokken voor ik aan de bestraling moest (u kunt daar alles over lezen in de rubriek Kiezelkronieken op deze site). Nu ben ik inmiddels wel bekend met het fenomeen fantoompijn, maar dat was dit duidelijk niet.

Normaal is mijn reactie hierop vooral ergernis en een hoop paracetamol, maar in dit geval gingen alle alarmbellen af. Ik had de waarschuwing van mijn KNO arts, verantwoordelijk voor het wegsnijden van mijn keeltumor, goed in mijn oren geknoopt. Die luidde als volgt: “Opkomende pijn in je kaken is meestal een eerste indicatie dat de kanker is uitgezaaid. Als we daar vlug bij zijn heb je nog een kans, dus meld je onmiddellijk als dat gebeurt.”

Toegegeven, zoiets vergeet je natuurlijk niet. Ik stond mezelf nog geen blinde paniek toe (dat is trouwens veel te vermoeiend), maar liet mijn oudste dochter wel even voor een afspraak bellen met de afdeling KNO. Gelukkig kon dat gecombineerd worden met een bezoek dat al was ingepland. Althans qua dagdeel. Er zaten wel een paar uur tussen de bestaande afspraak bij afdeling Radiologie en de spoedafspraak bij KNO. Maar goed. Sommige dingen neem je graag voor lief.

Vandaar dat ik met een boek op schoot (Bijna op de Radio van Nico Dijkshoorn) in de enorme wachtruimte van de KNO afdeling zat. Omdat ik paracetamol als smarties naar binnen had geknikkerd, was ik redelijk pijnvrij en lukte het zowaar om een flink stuk te lezen. Ondanks het komen en gaan van mensen. Iets dat me thuis nog niet was gelukt. Ik had me genesteld op een bankje vlak bij het koffieapparaat die ook heerlijk warme chocomelk geeft. In dat deel stonden nog twee banken. Eén haaks rechts van me en één tegenover me. Naast me kwam een oudere dame met haar zoon (vermoed ik) zitten. Een volwassen zoon. De zoon leed duidelijk. Hij liep heel langzaam waarbij hij zo min mogelijk lichaamsdelen liet meebewegen. Hij was helemaal in het zwart gekleed. Inclusief zwarte muts. Het leek alsof hij zijn schouders voor zijn borstkas wilde vouwen en ze daar bij elkaar wilde houden met zijn kin.

Zijn moeder (vermoed ik) was kennelijk wel wat gewend want ze zat geamuseerd al het geroezemoes van de wachtruimte in haar op te nemen. Tegenover me ging nog een oudere dame zitten. Alleen dan van het zuchtende en kreunende soort. Haar man, de patiënt, was aan het inchecken bij de receptioniste. Om onduidelijke redenen ging de dame ergens anders zitten. Op een bank iets dichter bij de receptie. Even later kwam de receptioniste vragen aan de moeder-met-zoon of zij de vrouw van Piet was. “Nee, die zit daar” en ze wees naar de dame die net nog in ‘ons’ hoekje zat. Ik keek op uit mijn boek en ze keek verontschuldigend mijn kant op. “Ik kan er ook niks aan doen dat ik alles hoor,” zei ze. Ik haalde m’n schouders op.

Eerder had ik de receptioniste verteld dat ik nog best lang moest wachten, dus als ze misschien een gaatje zag…(?). Ze begreep het en beloofde me het te proberen als haar collega terug was. Het soort belofte dat doorgaans niet worden ingelost. Deze receptioniste had woord gehouden. Ze kwam me halen. Ze zei: “Ik zag een deur openstaan en ben gewoon naar binnengelopen. Ze kent u.” Het was de zaaldokter die mij uit het ziekenhuis had ontslagen na mijn operatie, nu bijna twee jaar geleden. Ze keek me na door middel van een hoop knijpen in kaken en hals. Voor de zekerheid ook nog even met de camera via neusgat naar binnen. Niks te zien dat wijst op terugkeer van kanker. Ze vermoedt een kaakontsteking en wil dat de tandarts ernaar kijkt.

Wordt vervolgd, maar liever niet.

Disclaimer: natuurlijk gratis, donaties zijn welkom via:
vadertje.backme.org

Menno Voorwinde

Door schade en schande wijs geworden. Eigenwijze donder. Twijfelt aan alles in de wetenschap dat wijsheid begint bij twijfel.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.