Zijlijn

Tweede Paasdag werd ik gebeld. Het was iets voor twaalf uur ’s middags. Dochtertje Fleur (8) en ik waren aan de late kant voor de paaslunch bij mijn oudste dochter Natasja in Eemnes. Het scherm van mijn telefoon toonde mij de naam van mijn schoonzoon. Het was geen videocall, dus beantwoorden had geen zin. Zonder beeld ben ik over de telefoon onverstaanbaar. Vrijwel gelijk daarna belde mijn eerste ex (en moeder van mijn oudste dochter). Dit was wel een videocall. Zij was mijn schoonzoon te hulp geschoten.

“Ben je nog thuis?” was de vraag. Ik knikte in de camera.

“Wil je M. ophalen? Haar auto doet het niet.” M. was de levensgezellin van F., de vader van mijn schoonzoon. Hij is anderhalf jaar geleden overleden. Zij woont, net als ik, in de bloemenbuurt en daarom een kleine moeite. M. is ruimschoots in de 70, maar voelt zich niet zo. Ze voelt zich in de 30, nog steeds, zo zegt ze zelf. Ik zeg dat ik het herken om er meteen achter aan te denken ‘maar hoe oud precies zou ik voor mezelf niet weten’. Ik denk dat het voor mij nogal fluctueert. Gerelateerd aan het aantal pijntjes. Soms valt het mee, maar meestal niet. Net het leven zelf.

Alweer een paar dagen is de zenuwpijn in mijn kaken terug. Daar krijg ik de kriebels van want dat is volgens mijn behandelend arts hét voornaamste kenmerk van teruggekeerde keelkanker. Maar het kan óók net zo makkelijk het gevolg zijn van een tandheelkundige schoonmaakbeurt die begin februari door een fanatieke mondhygiëniste is uitgevoerd. Enfin, perikelen waar ik donderdag uitsluitsel over hoop te krijgen want dan staat er weer een controle afspraak in het AUMC op de agenda.

Ondertussen is, door dit gemijmer, het meeste gekwebbel in de auto tussen M. en dochtertje Fleur langs me heen gegaan. Fleur kon zich M. nog met moeite herinneren totdat ze de link eenmaal had gelegd. Kinderen nemen geen omweg in hun vragen, dus dat was zo gebeurd.

Uiteraard waren we de laatste die aankwamen. De vaste kliek zat er al. Er was de afgelopen jaren flink aan het nageslacht gewerkt door diverse gasten en het geluid was er dan ook naar. Oorverdovend. Mijn oudste dochter had zich uitgesloofd in de keuken en een tafel met eten waar een regiment uitgehongerde soldaten nog genoeg aan zou hebben. Als ware het een gewoonte geworden nam ik in een hoekje plaats. Ik begin me steeds meer te schikken in een beschouwende rol, terwijl die mij niet van nature ligt. Van nature ga ik overal conversaties aan en mijd discussies evenmin. Maar die tijd is geweest. Niet omdat ik dat wil, maar omdat ik onverstaanbaar ben als er teveel omgevingsgeluid is. Daar was het huis natuurlijk mee gevuld. Dus kijk ik nu vooral vanaf de zijlijn. Af en toe heb ik mazzel en kan ik een kort één-op-één gesprek houden.

Af en toe liet ik een kind schrikken met mijn stemversterker of het gaatje in mijn keel, maar dat was slechts een zeer kleine bijdrage aan de feestvreugde. Gelukkig was H. er ook. Zij is moeder van een aantal herrieschoppers en bijzonder grappig. Met enige regelmaat schopte (niet letterlijk) zij het kindergepeupel naar buiten. Dat doet ze dwingend en met een vleugje sarcasme. Geen kind dat zich daartegen durft te verzetten. Ik genoot vanaf de zijlijn.

Op de terugweg vertelde M. dat we in geleende tijd leven. Dat we slechts uitstellen. De tijd volmaken. Ze keek er triest bij toen ze zei dat ze ook maar alleen was in dat grote huis. “Net als jij, Menno.” Ik knikte. Maar ik dacht: zo slecht is dat niet.

Alleen aan de zijlijn.

 

Disclaimer: gratis te lezen – doneren en delen wordt gewaardeerd en kan via:
vadertje.backme.org

 

Menno Voorwinde

Door schade en schande wijs geworden. Eigenwijze donder. Twijfelt aan alles in de wetenschap dat wijsheid begint bij twijfel.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.