Afgelopen maandag had ik een telefonisch consult ingepland staan met mijn behandelend arts van het AUMC. Die consulten voer ik niet zelf omdat ik bijna altijd onverstaanbaar ben over de telefoon door het gebruik van een stemapparaat (TruTone). Videobellen is een uitkomst omdat dan mijn algehele (spraak)mimiek een bijna feilloze aanvulling op de audio van de TruTone is. Maar die toepassing wil maar langzaam doorsijpelen in ziekenhuizen en andere zorginstellingen. Daarom worden voorlopig nog mijn telefonische consulten gevoerd door mijn oudste dochter Natasja. Dat werkt volgens een simpel principe: ik maak een lijstje met klachten en Natasja bespreekt mijn gezeur met de dokter.
Het gesprek ging – denk ik – ongeveer zo:
“Ja, goedemorgen, met dokter E. Geen idee waarom in mijn agenda staat dat ik een telefonisch consult met je vader heb, maar we hebben mekaar nu toch aan de lijn, dus zeg ’t maar.”
“Dat weet ik ook niet, maar hij heeft me wel een lijstje met klachten gegeven.”
“Vertel…”
“Even kijken….tinnitus in het linkeroor waar het…”
“Ho maar, daar kan ik niks aan doen…next.”
“Mijn vader heeft hartklachten…dagelijks…lijkt op opkomende spierkramp, zegt-ie.”
“Als de bliksem naar de huisarts…..dat kunnen we niet hebben na al het werk wat we erin hebben zitten. Nog meer?”
“Hij zegt dat zijn longcapaciteit verder afneemt.”
“Hmmm…ik zorg voor een afspraak bij de longarts waar je vader al eerder is geweest. Hier in het AUMC. Dat was ’t?”
“Bijna. Het gebit van mijn vader holt achteruit. Hij heeft het ene gaatje na het andere.”
“Dat is niet goed. Ik laat ook een afspraak inplannen bij ons tandartsenteam hier.”
Zo is het natuurlijk niet letterlijk gegaan, maar heel erg ver zal ik er niet naast zitten als het gaat om de antwoorden van mijn geliefde dokter. Ze heeft humor, is kort en zakelijk en overal waar ze binnenkomt, komt de baas binnen. In persoonlijke consulten in het ziekenhuis gaan de gespreken ook ongeveer zo. We lachen om elkaars zwartgallige grapjes en dat werkt goed. Daarnaast vind ik het fijn dat Natasja de telefonische variant doet. Ze stelt vragen die, mede vanuit haar zorgverleden, niet zo snel in mij zouden opkomen.
Na het gesprek brengt Natasja via een videocall verslag aan me uit. Ik vraag haar of ze nog even de huisarts wil bellen om een afspraak te maken. Ze krijgt een assistente aan de telefoon en legt uit wat hierboven al genoemd is aan hartklachten. De assistente wil mij spreken om nog een aantal vragen te stellen. Natasja geeft door dat ik onverstaanbaar ben over de telefoon en dat een telefonisch gesprek alleen mogelijk is via een videocall. Dat zou ze doen.
Even later wordt ik gebeld (geen videocall). “Met de assistente, spreek ik met de heer Voorwinde?” Ik zucht. “Ja, spreekt u mee (geluid van TruTone overheerst).”
“Wat zegt u? Ik versta u niet?” Ik zucht weer.
De rest van dit vermoeiende gesprek zal ik u besparen. Het is me uiteindelijk gelukt haar duidelijk te maken dat ze me via een videocall moet bellen of dat ze me een email moet sturen met de vragen die ze graag beantwoord ziet. Vervolgens krijg ik een bericht dat een uur later via een medisch portaal een videogesprek staat ingepland. Vrijwel tegelijkertijd krijg ik een mail met een vragenlijst van de assistente. Ik beantwoord de mail, bevestig de inmiddels ingeplande afspraak bij mijn huisarts en niet veel later zit ik in mijn eentje in een videocall.
Enige tijd later word ik weer gebeld. Een andere assistent van mijn huisarts belt (geen videocall) en wil hetzelfde traject nog een keer met me doorlopen. Ze was niet op de hoogte van het voorafgaande. Ook had ze de mail nog niet gecheckt. Na alweer een vermoeiend gesprek kon ik haar een en ander duidelijk maken.
Ik heb nu in ieder geval op zeker hartklachten.
Disclaimer: gratis maar doneren kan via:
vadertje.backme.org