“Veel kans om het nauwer wordende kader van mijn aangekondigde dood te verwerken had ik niet. Een nieuwe potentiële executie stond de volgende dag alweer op het menu. Ik moest naar de afdeling cardiologie van ziekenhuis TerGooi om de uitslag te krijgen van een eerder gemaakte CT scan.”
Dit waren de eerste twee zinnen die ik na mijn laatste stukje (zie link hierboven) neertikte.
En toen crashte mijn geest.
Ongeveer drie jaar geleden begon ik met schrijven van stukjes op mijn website. Als startpunt hanteer ik de schrijverscursus ‘Columns aan de Keukentafel’ van Eva Hoeke. Dat was begin augustus 2020. Net op tijd. Een maand later werd ik met keelkanker gediagnoseerd. Ik had in die maand al een moordend tempo aan schrijfdrift getoond. Vaak drie, soms vier, columns per dag. Ik ben altijd een sprinter geweest. Doen wat je leuk vindt. Zo veel en zo snel mogelijk. Zoiets.
De diagnose weerhield me daar in eerste instantie niet van. Integendeel. Ik maakte een aparte rubriek aan: ‘De Kiezelkronieken.‘ Daarin beschreef ik mijn medisch traject. Van onbegrip tot hilarisch. Alles kwam ik tegen in ziekenhuizen en bij doktoren. Wonderschone mensen heb ik ontmoet in alle lagen van de zorg. Ook nare mensen. Soms uit onverwachte hoek.
Naarmate het traject vorderde, vorderde ook het lichamelijk verval. Mijn lichamelijke staat was al niet best en kanker kwam dat zeker niet ten goede. Als ik mezelf vergelijk met drie jaar geleden is dat meer dan een wereld verschil. Alleen mijn geest doorstond alle klimaatveranderingen. Zowel op medisch als persoonlijk vlak. En dat was niet gering, al zeg ik het zelf.
Tot drie weken geleden. Nog steeds weet ik niet goed wat me precies overkwam na die twee zinnen. Bijna alle metaforen die ik verzin kloppen. De lawine aan slecht nieuws was niets nieuws. Daar was ik altijd redelijk tegen bestand. Voor het gemak en om te voorkomen dat ik knettergek word, beperk ik me tot de huis-tuin-en-keukenanalyse van de optelsom der dingen.
Gelaten heb ik de hartchirurg aangehoord dat het gebied rond mijn hart vol met kalkafzettingsgebieden zit. Die kleuren wit op het filmpje en geven daarom geen uitsluitsel waar de kalk precies zit. Kort gezegd: wel of niet in de aderen? Katheteren was nodig om dat te bepalen. Een nare behandeling. Een slagader dient te worden geopend om vervolgens een slangetje naar binnen te jassen. De chirurg had dit vermoedelijk al honderden keren gedaan, gezien de snelheid die ze hanteerde. Af en toe voelde ik het slangetje ergens in mijn lichaam ‘botsen’. Een vreemd gevoel.
De uitslag was gunstig. Geen kalk in de aderen, wel erop. Hartpijn blijft daarom voorlopig (lees: altijd) omdat geen afwijkingen zijn geconstateerd. Het zij zo.
Mijn geest is inmiddels langzaam weer aan het opkrabbelen. Al zal ook hier wat residu zich hechten aan de verzamelde restschade.
Is dan echt alles kut?
Nee! Halverwege deze maand heb ik met mijn oudste dochter Natasja een magische avond in Nootdorp beleefd. Een optreden van Nico Dijkshoorn – ik voel me thuis in zijn hoofd – in het plaatselijke cultuurcentrumpje. Dat zijn de dagen die me bijblijven en me overvallen met plotseling glimlachen. Ze zijn me meer waard dan ik ooit had gedacht. En dan Nico zelf. Hij bracht me volledig van mijn stuk door na de voorstelling naar me toe te komen. Hij had iets voor me meegebracht.
Ooit had hij op Twitter (ja ja…X, ik weet het) een foto geplaatst van een T-shirt uit een verloren gewaande doos. Ik vond het een geweldig T-shirt en riep dat ik die ook wilde. Nico had dat onthouden en er een voor me meegebracht.
Dát gebaar, na díe avond, is de reden waarom we bestaan.
Disclaimer: Nou, dat weten jullie zo langzamerhand wel.
vadertje.backme.org